Laatste update: 25 april 2005
Nieuw Hoofdstuk: kabinetsplannen en FNV-voorstel met elkaar vergeleken
Januari 2005 heeft de FNV besloten een alternatief voor de kabinetsvoorstellen aan de SER voor te leggen.
Het alternatief is gebaseerd op de nota Arbo werkt! en haakt aan bij het eerdere SER-advies over de Heroriëntatie arbobeleid en Arbowet (97/03). Overwegingen bij het FNV- alternatief zijn:
- Ten minste handhaving van het beschermingsniveau van werknemers
- Versterking van de rol van vakbonden op sectorniveau, mede in het kader van de ketenaanpak en aflopende arboconvenanten
- Vermindering van de complexiteit van wet- en regelgeving en van de regeldruk
Kernpunten van het FNV- alternatief
1. Doelvoorschriften (WAT moet er bereikt worden) horen in de arbowet en moeten worden gekoppeld aan gezondheidskundige grenswaarden
- er moet een helder onderscheid komen tussen zogenaamde doelvoorschriften (wat moet er bereikt worden) en middelvoorschriften (hoe bereiken we dit doel)
- doelvoorschriften moeten anders worden geformuleerd dan ze nu vaak zijn: van algemeen, globaal en vaag (dat is de huidige situatie) tot concreet en meetbaar (door FNV en vele anderen gewenste situatie); dit kan worden bereikt door de globale voorschriften systematisch te koppelen aan gezondheidskundige en veiligheidskundige “grenswaarden”. Op die manier kan het beschermingsniveau waarop werknemers recht hebben steeds eenduidig worden vastgesteld.
Een voorbeeld van wat de FNV beoogt: schadelijk geluid – globale doelbepaling: werknemers mogen geen gehoorschade oplopen tengevolge van blootstelling aan lawaai op het werk
– de bijbehorende gezondheidskundige grenswaarde: gehoorschade kan optreden als de blootstelling hoger is dan 80 dB(A), gemeten over een 8-urige werkdag; de gezondheidskundige grenswaarde is dus 80dB(decibel)(A)
Voor veel gezondheidsschadelijke stoffen wordt deze methodiek al langere tijd gevolgd (middels een systeem van wettelijke en bestuurlijke grenswaarden). Volgens de FNV is het mogelijk dergelijke grenswaarden te ontwikkelen voor de meest voorkomende veiliheids- en gezondheidsrisico’s. Voor eenn aantal risico’s bestaan dergelijke nomen overigens al, al dan niet vastgelegd in wetgeving. Deze methodhiek heeft als groot voordeel dat hij werkgevers en werknemers méér helderheid verschaft over de vraag wanneer een situatie onveilig of ongezond is, en op welk concreet doel de te nemen maatregelen gericht moeten zijn.
- doelvoorschriften en grenswaarden omschrijven het te bereiken beschermingsniveau van werknemers tijdens de arbeid, en horen thuis in het publieke domein, dus bij de overheid, verankerd in de wet (Arbowet, Arbobesluit, Arboregeling)
- doelvoorschriften en grenswaarden horen te bestaan of te worden ontwikkeld voor alle thans bekende relevante arbeidsrisico’s waaraan werknemers blootstaan, zoals omschreven in Arbowet/ Arbobesluit, aangevuld met de prioritaire arbeidsrisico’s zoals die in 1998 ten grondslag lagen aan de arboconvenanten nieuwe stijl; voorzover die risico’s niet al wettelijk worden afgedekt
- daar waar aan grenswaarden gekoppelde doelvoorschriften (nog) niet mogelijk zijn, wordt binnen het publieke domein voorzien in eenvoudige procesvoorschriften: hoe gaan we met deze risico’s om
- daar waar doelvoorschriften momenteel in arbo-beleidsregels zijn verwerkt, zullen ze de stap naar het publieke domein (wetgeving) moeten maken
- het ontwikkelen en beheren van gezondheidskundige en veiligheidskundige grenswaarden komt in handen van een onafhankelijk opererend instituut, onder verantwoordelijkheid van de overheid
- de Arbeidsinspectie handhaaft in de toekomst op deze doelvoorschriften en grenswaarden
- daar waar op goede gronden niet onmiddellijk aan bepaalde grenswaarden kan worden voldaan, kan gebruik worden gemaakt van bestaande instrumenten als de redelijkerwijsclausule, ontheffing en vrijstelling
2. Middelvoorschriften ( hoe het doel te bereiken) in het private domein en koppelen aan
arbocatalogi
- middelvoorschriften staan thans verspreid door het hele wetgevingsgebouw, van Arbowet tot arbobeleidsregels. Vooral de laatste bevatten veel, vaak niet erg heldere, middelvoorschriften, met bovendien nogal eens verwijzingen naar – dure en ontoegankelijke – NEN-normen.
- Het voorstel van de FNV is om de middelvoorschriften weg te halen uit het publieke domein en over te brengen naar ‘arbocatalogi’ De beoogde ‘arbocatalogus’ is géén wettelijk instrument, géén handhavinginstrument voor de Arbeidsinspectie, maar precies wat het woord zegt: een catalogus waar je heel praktisch kunt kiezen uit mogelijkheden om arboproblemen op te lossen, een hulpmiddel dus.
Een illustratie van wat bedoeld wordt levert het convenant suikerverwerkende industrie (‘koek en snoep’) in de vorm van een ‘oplossingenboek’
- het overhevelen van middelvoorschriften van publiek naar privaat wordt gekoppeld aan het vormgeven van concrete doelvoorschriften: alleen daar waar doelvoorschriften gekoppeld zijn aan concrete grenswaarden is de grondslag voor het ‘privatiseren’ van middelvoorschriften aanwezig
- de arbocatalogus verleent ‘vrijheid in gebondenheid’:
- vrijheid in de keuze van middelen
- vrijheid in de zin dat de arbocatalogus géén handhavinginstrument voor de Arbeidsinspectie is: de AI handhaaft op doelvoorschriften en grenswaarden
- vrijheid in de zin dat de arbocatalogus geen limitatieve oplossingenreeks bevat; m.a.w. andere oplossingen, die hetzelfde doel beogen en bereiken zijn en blijven toegestaan
- vrijheid in de zin dat een voorkeur bestaat voor maatwerk op sectorniveau (sectorcatalogi)
- gebondenheid in de zin dat voor elke sector een arbocatalogus verplicht ontwikkeld wordt; bij ontbreken daarvan kan worden teruggevallen op een vorm van ‘nationale catalogus’
- gebondenheid in de zin dat de keuze van middelen afgestemd dient te zijn op het te bereiken doel
- gebondenheid in de zin dat aan de concrete keuze de arbeidshygiënische strategie (op hoofdlijnen) ten grondslag dient te liggen: eerst kijken of aanpak bij de bron mogelijk is, daarna andere maatregelen toepassen, gericht op maximale reductie van blootstelling; persoonlijke beschermingsmiddelen slechts toepassen als andere oplossingen niet mogelijk blijken
- gebondenheid in de zin dat de keuze voor de te gebruiken middelen op ondernemingsniveau in overleg tussen werkgever en werknemers(vertegenwoordiging) wordt gemaakt, en dat het beheer van de arbocatalogus op sectorniveau de verantwoordelijkheid is van sociale partners
3. Handhaving Arbeidsinspectie
- De vrije toegang van werknemers tot de Arbeidsinspectie voor het indienen van een verzoek of klacht moet onaangetast blijven
- De Arbeidsinspectie handhaaft op het in de wetgeving vastgelegde ‘publieke domein’, met andere woorden : op doelvoorschriften, procesvoorschriften en grenswaarden, NIET op de arbocatalogus
4. Voordelen van het FNV- alternatief :
- het alternatief sluit aan bij eerdere discussies en standpunten binnen de SER over de relatie van doel- en middelvoorschriften (SER-advies over de Heroriëntatie arbobeleid en Arbowet (97/03))
- de arbobeleidsregels en de normalisatienormen, voorzover die middelbepalingen bevatten, kunnen verdwijnen uit het publieke domein, wat aanzienlijk minder regeldruk oplevert
- de arbocatalogus – mits goed uitgewerkt – wordt een praktisch en toegankelijk instrument dat optimaal gebruik maakt van o.a. huidige multimediale mogelijkheden
- de arbocatalogus wordt een vrij en gratis toegankelijk alternatief voor betaalde producten als NEN-normen
- de arbocatalogus sluit naadloos aan op de catalogi die in enkele sectoren al zijn ontwikkeld in het kader van arboconvenanten en/ of het streven naar een branche-RIE
- het concept biedt goede mogelijkheden om aan te sluiten op de ketenaanpak van preventie-verzuimbegeleiding-reïntegratie
- de doelvoorschriften krijgen ‘handen en voeten’: van vaag en algemeen worden ze concreet en specifiek
- er komt een heldere scheiding tussen private en publieke verantwoordelijkheid
- er wordt vormgegeven aan de overheidswens van méér verantwoordelijkheid voor sociale partners, zonder dat het beschermingsniveau van werknemers in het geding komt en zonder dat de overheid zich ontdoet van haar fundamentele medeverantwoordelijkheid voor dit stuk ‘volksgezondheid’ dat zich achter de bedrijfspoorten afspeelt
- de Arbeidsinspectie krijgt een overzichtelijker handhavinggebied – het publieke domein van doelvoorschriften en grenswaarden – en kan beter dan voorheen ‘vissen waar vis zit’, namelijk daar waar sociale partners hun verantwoordelijkheid onvoldoende weten in te vullen
- het concept kan een basis zijn voor gezamenlijk optreden van Nederlandse sociale partners richting Europa
- de complexe en tot niets leidende discussie over ‘lage’ en andere risico’s is van de baan, terwijl het doel van die discussie – minder regeldruk – realiseerbaar blijft
“De FNV is bereid om actief mee te denken over het schrappen van overbodige regels, aan het toegankelijker maken van de wet, en aan het vergroten van de ‘speelruimte’ om passende maatregelen te treffen. Maar de FNV is niét bereid om onder het mom ‘minder regels’ te accepteren dat de bescherming van veiligheid en gezondheid voor werknemers in Nederland ‘wel een tandje lager kan’.” (Artikel in het maandblad ‘Arbo’, april 2005) |
In een notendop: FNV alternatief vergeleken met kabinetsplannen
Kabinetsvoorstellen |
FNV Voorstellen |
|
![]() |
Onderscheid tussen ‘hoge’ en ‘lage’ risico’s. Lage risico’s zijn in de visie van het kabinet risico’s die niet leiden tot blijvend letsel of sterfte, en ook geen aanleiding zijn tot grote maatschappelijke kosten of onrust. |
Geen onderscheid tussen ‘hoge’ en ‘lage’ risico’s, conform eerder advies van de SER |
![]() |
“Lage” risico’s verdwijnen uit de Arbowet. Daaronder vallen onder andere: langdurig staan, RSI, geen daglicht, extreem hoge of extreem lage temperaturen, klimaat op het werk, toiletten en kleedruimten op het werk, vloeren, muren, plafonds, werken met beeldschermen, hand- armtrillingen. |
Voor alle risico’s die thans zijn opgenomen in arbowet, arbobesluit, arboregeling én in arboconvenanten vermelde ‘prioritaire arbeidsrisico’s’ dienen wettelijke gezondheids- en/ of veiligheidsnormen te worden geformuleerd en gehandhaafd |
![]() |
Voor de hoge risico’s dienen werkgevers en vakbonden in branches samen normen af te spreken wat nog toelaatbaar is. Dit kan leiden tot verschillen in bescherming tussen de ene branche en de andere. Als sociale partners niet slagen is er sprake van een rol voor de overheid. |
Voor alle risico’s die thans zijn opgenomen in arbowet, arbobesluit, arboregeling én (voorzover niet al in de wet vermeld) in arboconvenanten vermelde ‘prioritaire arbeidsrisico’s’ dienen wettelijke gezondheids- en/ of veiligheidsnormen te worden geformuleerd en gehandhaafd |
![]() |
Globale doelvoorschriften in de wet, behalve voor ‘lage’ risico’s. Meer ruimte voor sectoren om hier via branchebenadering nadere invulling aan te geven. |
Doelvoorschriften én concrete grenswaarden in de wet. Middelvoorschriften (“hoe de norm te bereiken”) per sector in een arbocatalogus. Vasthouden aan een aantal wettelijke randvoorwaarden (m.n.medezeggenschap en arbeidshygiënische strategie) (= “vrijheid in gebondenheid”) Middelvoorschriften kunnen uit de wet, wanneer doelvoorschriften en bijbehorende wettelijke grenswaarden zijn geformuleerd. |
![]() |
De mogelijkheid van werknemers om een klacht in te dienen bij de Arbeidsinspectie wordt drastisch beperkt. Dit zou alleen nog mogelijk zijn nadat eerst bemiddeling of mediation zijn toegepast. |
Toegang tot Arbeidsinspectie voor werknemers moet niet verder bemoeilijkt worden . Werknemers moeten klachten anoniem kunnen blijven melden |
![]() |
Verdubbeling boetes Arbeidsinspectie en ‘naming and shaming’ van overtredende bedrijven | – verdubbeling is slechts een begin, boete moet in verhouding staan tot ekonomisch voordeel, vervijfvoudiging van boetes bepleit – ‘naming and shaming’ positief |
![]() |
Voor lage risico’s die op grond van Europese regels wél in de wet moeten blijven: civielrechtelijke handhaving, aangevuld met ‘vangnet’voor misstanden | Handhaven via de burgerrechter leidt tot escalatie van conflicten, verstoorde verhoudingen en overbelasting van het rechterlijk apparaat |
![]() |
Voor de overige risico’s zal de inzet van de AI per arbeidsrisico maatwerk vereisen. De prioriteit ligt bij onderwerpen of branches waarover of waarbinnen geen afspraken bestaan tussen werkgevers en werknemers, waarbij de focus is de aanpak van misstanden |
Arbeidsinspectie handhaaft op wettelijke doelvoorschriften en bijbehorende veiligheids- en gezondheidskundige normen (grenswaarden) |
![]() |
Veertig tot zestig procent minder arboregels, met name door uit de wet halen van ‘lage risico’s’ | Aanzienlijke vermindering van ‘gevoelde regeldruk’ omdat groot deel van arbobeleidsregels en NEN-normen opgaan in de vrij toegankelijke ‘arbocatalogus’ |
![]() |
Europa: de ‘nationale kop’ (= Nederlandse wetgeving die niet uit Europese verplichtingen voortvloeit), zal worden doorgelicht gericht op het ‘waar mogelijk uit de wet halen van ‘lage risico’s en het vergroten van de ruimte voor maatwerk | Uit o.a. een EU-evaluatie blijkt dat Nederland nog niet op het vereiste Europese minimumniveau zit van bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers. Dat vereist geen afwachtende maar een actieve rol naar Europa, ook als het gaat om ‘nieuwe’ risico’s |
Voor een uitgebreide kritische reactie van de FNV op de kabinetsvoorstellen, klik hier (pdf-dokument)