Waar maken we ons druk over? |
In Nederland verricht 25% van de werknemers werk waarbij men regelmatig veel kracht moet zetten (Arbobalans 2005). ‘Veel kracht zetten’is daarbij de verzamelnaam voor tillen, dragen, duwen, trekken van lasten of gereedschappen.
Eén en drie kwart miljoen werknemers hebben dus hiermee te maken, vooral in de gezondheidszorg, de bouw en in de landbouw, maar ook in b.v. de detailhandel en de zorg.
Iets meer cijfers: 12% van de werknemers (bijna 850.000 mensen) tilt regelmatig of vaak méér dan 25 kilo. Ongeveer 14% van de werknemers, bijna één miljoen mensen, moet in een ongemakkelijke houding of met de last ver van het lichaam tillen
Klachten van het bewegingsapparaat kunnen het gevolg zijn, vaak door een combinatie van belastende factoren. Bijvoorbeeld tillen in een slechte werkhouding, een houding lang vasthouden en tegelijk veel kracht leveren of steeds dezelfde beweging uitvoeren terwijl men ook nog ver moet reiken.
Klachten aan rug, nek, schouder en armen, elleboog, hand en pols, heupen, knieën en voeten kunnen het gevolg zijn
Wettelijke normen nu, en in de plannen van het kabinet |
De arbowet 1998 die eind 1999 van kracht werd stelt op het gebied van lichamelijke belasting alleen een globaal doel: de fysieke belasting tijdens het werk mag geen gevaar voor de gezondheid opleveren. Alleen voor staand werk werd dit in het arbobesluit nader uitgewerkt: een verplichte zitgelegenheid.
In de praktijk blijkt de Arbeidsinspectie ook bij het handhaven van de wet op het gebied van tillen wel degelijk uit te gaan van heldere gezondheidskundige normen, maar deze zijn tot op heden nooit wettelijk vastgelegd.
In de kabinetsplannen wordt het er allemaal niet beter op: de definitie van fysieke belasting wordt dusdanig aangepast dat langdurig staan niet meer duidelijk als risico herkenbaar is. En wat er al aan concrete voorschriften bestond wordt vervangen door een nieuwe bepaling die de arboregels er bepaald niet grijpbaarder op maakt. Iin artikel 5.4 van het ontwerp-arbobesluit lezen we nu: “Tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd worden werkplekken ingericht volgens de ergonomische beginselen.”
Wat wil FNV Bondgenoten ? |
FNV Bondgenoten wil heldere doelvoorschriften en vooral concrete grenswaarden, óók als het om fysieke belasting gaat. Dergelijke normen bestáán, dus het is onbegrijpelijk dat het kabinet in woorden de gedachten van het SER-advies omarmt, in de praktijk geen enkele serieus te nemen aanzet doet om ook daadwerkelijk tot concrete doelvoorschriften en grenswaarden te komen.
Concreet breekt FNV Bondgenoten een lans voor de volgende normen, zich daarbij mede baserend op de huidige instructies van de Arbeidsinspectie:
- Tillen van zware lasten: maximaal 23 kilo in optimale omstandigheden
- Het meten beoordelen van het tilsituaties dient te gebeuren volgens de herziene NIOSH-methode.
Veel tilsituaties zijn niet optimaal, dus daar is ook 23 kilo te zwaar. De voor een specifieke situatie geldende grenswaarde moet daarom worden bepaald met behulp van de NIOSH-methode.
De herziene NIOSH-methode geldt sinds jaren als de meest betrouwbare en wetenschappelijke methode om na te gaan of een tilsituatie verantwoord is of niet.
Kanttekening daarbij is dat de methode géén absolute garantie geeft dat werknemers géén gezondheidsklachten ontwikkelen: er is becijferd dat het aanhouden van de NIOSH normen voldoende is voor 90% van de mannen en 70% van de vrouwen. Voor 10 respectievelijk 30% blijft de kans op klachten aan het bewegingsapparaat tengevolge van de zwaar tillen dus nog steeds aanwezig.
Wat wil de Sociaal Economische Raad (SER)? |
“In de arbostructuur die de raad voor ogen staat worden in het publieke domein zo veel als mogelijk is heldere en concrete, handhaafbare doelvoorschriften opgenomen waaraan duidelijke, wetenschappelijk onderbouwde gezondheids- of veiligheidskundige grenswaarden gekoppeld zijn. Deze dienen te gelden voor alle thans bekende en toekomstige relevante arbeidsrisico’s waaraan werknemers blootstaan, zoals omschreven in de Arbowet en het Arbobesluit en voor prioritaire arbeidsrisico’s zoals die ten grondslag zijn gelegd aan de arboconvenanten nieuwe stijl.” (SER-advies, pdf-versie, pag 32) |