Inleiding
De Nederlandse Vereniging van Vrijgevestigde Psychotherapeuten (NVVP) heeft aanleiding gezien om haar klachtenreglement te actualiseren en aan te passen, mede gezien de ontwikkelingen rond de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ).
De NVVP acht een uniforme onafhankelijke klachtrechtregeling voor de beroepsgroep van vrijgevestigd psychotherapeuten van belang. Om die reden heeft de NVVP bijgaande klachtrechtregeling opgesteld en ten behoeve van de behandeling van klachten over haar leden een klachtencommissie ingesteld. Alle leden van de NVVP zijn aan deze klachtenregeling gebonden, als ook de vrijgevestigde psychotherapeuten met een contract in de ‘door of vanwege de Riagg-constructie’. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat ook vrijgevestigde psychotherapeuten zich bij deze klachtenregeling aansluiten die niet vallen onder enige andere klachtenregeling. De NVVP merkt daarbij op dat de klachtencommissie niet bevoegd is om te oordelen bijvoorbeeld over gevallen van aansprakelijkheid. Hierover dient de verzekeraar van beroepsaansprakelijkheid c.q. de rechter een uitspraak te doen. Voorts merkt de NVVP op dat de regeling in beginsel evenmin van toepassing is op (vrijgevestigd) psychotherapeuten werkzaam in een instelling, zoals een RIAGG of een psychiatrisch ziekenhuis. Deze instellingen dienen zelf in een regeling van klachten te voorzien en hebben in het algemeen een eigen klachtencommissie.
Begripsomschrijvingen
Artikel 1 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze regeling bepaalde, wordt verstaan onder: klacht: het kenbaar maken van onvrede, van de patiënt/cliënt over een gedraging van één of meer psychotherapeuten; gedraging: enig handelen of nalaten alsmede het nemen van een besluit dat gevolgen heeft voor een patiënt/cliënt; klager: de patiënt/cliënt dan wel namens de patiënt/cliënt zijn vertegenwoordiger, zijn naaststaande of de nabestaande(n); aangeklaagde: de aangeklaagde psychotherapeut. regiocoördinator: de regiocoördinator van de NVVP benoemd op grond van artikel 8 lid 4 en 5 van de statuten van de NVVP; klachtencommissie: de door de NVVP op grond van artikel 9 van haar statuten ingestelde klachtencommissie, die de door de klager ingediende klacht behandelt, onderzoekt en een niet-bindende uitspraak doet; bestuur: het bestuur van de NVVP zoals genoemd in artikel 11 van de statuten van de NVVP;
Artikel 2 Het creëren van de mogelijkheid voor herstel van de relatie, gebaseerd op onderling vertrouwen tussen en gelijkwaardigheid van klager en aangeklaagde. Recht te doen aan de individuele klager. Het systematisch verzamelen van klachten teneinde een beter zicht te krijgen op tekortkomingen in de psychotherapeutische hulpverlening en daardoor beter kunnen inspelen op de behoefte van de patiënt/cliënt in het algemeen. Controle op en evaluatie van de onder c. verkregen gegevens welke worden aangewend in het kader van de beleidsvorming ten aanzien van de bewaking en bevordering van de kwaliteit van zorg.
Artikel 3 De klachtenregeling heeft de volgende uitgangspunten: De klacht wordt bij voorkeur eerst besproken tussen klager en aangeklaagde en/of de regiocoördinator van de regio waarin de vrijgevestigde praktijk van de aangeklaagde is gevestigd. Een onafhankelijke behandeling van de klacht, onder meer tot uitdrukking komend in de samenstelling van de klachtencommissie. Een vlotte afhandeling van de klacht. Een zorgvuldige en vertrouwelijke behandeling en registratie van alle gegevens over de klager en aangeklaagde. Het beginsel van hoor en wederhoor van klager en aangeklaagde.
Artikel 4 De klachtencommissie heeft de volgende taken: Het op basis van de behandeling van een klacht komen tot een uitspraak gericht tot de klager en aangeklaagde. Het, voor zover nodig, regelmatig doen van aanbevelingen aan het bestuur van de NVVP zowel ten aanzien van psychotherapeutische aangelegenheden als ten aanzien van organisatorische zaken de psychotherapie betreffende opdat het bestuur mogelijkheden heeft voor bewaking en bevordering van de kwaliteit van zorg op grond van signalen, ontvangen uit de behandelde klachten. Het uitbrengen van een openbaar jaarverslag, waarin het aantal en de aard van de door de klachtencommissie behandelde klachten worden aangegeven. In het jaarverslag worden geen tot de individuele persoon herleidbare gegevens opgenomen. Het bestuur van de NVVP zendt het jaarverslag vóór 1 april van het daaropvolgende kalenderjaar aan de hoofdinspecteur van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid. Het ter uitvoering van haar taken (voor zover nodig) zorg dragen voor een goede afstemming van haar werkzaamheden met andere daarvoor in aanmerking komende personen en diensten die een taak hebben in de opvang van klachten van patiënten/cliënten.
Artikel 5 De klachtencommissie heeft ter uitvoering van haar functie de volgende bevoegdheden: Het inwinnen van informatie en het raadplegen en inzien van stukken. Daarbij moet ervan worden uitgegaan dat met het indienen van een klacht de toestemming van klager mag worden verondersteld om voor de beoordeling van de klacht relevante gegevens door de klachtencommissie te vergaren c.q. om voor het verweer relevante gegevens door de aangeklaagde aan de klachtencommissie te verstrekken. Beschikt de aangeklaagde niet (meer) zelf over de gegevens dan kan de persoon die inmiddels hierover beschikt, slechts met toestemming van klager of diens vertegenwoordiger, de gegevens aan de klachtencommissie verstrekken. Het oproepen en horen van personen die direct bij de ingediende klacht zijn betrokken. Het inschakelen van deskundigen
Artikel 6 De klachtencommissie bestaat uit drie leden, onder wie een externe onafhankelijke voorzitter. De klachtencommissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris. De voorzitter wordt benoemd door het bestuur van de NVVP, evenals een lid van de klachtencommissie, dat lid moet zijn van de NVVP. Het andere lid wordt voorgedragen door de Nederlandse Patiënten/Consumenten Federatie te Utrecht en benoemd door het bestuur van de NVVP die in zwaarwegende gevallen van deze voordracht kan afwijken. De leden van de klachtencommissie worden benoemd voor een termijn van drie jaar en zijn eenmaal herbenoembaar.
Artikel 7
De leden van de klachtencommissie, de ambtelijk secretaris en andere bij de procedure betrokkenen hebben een geheimhoudingsplicht ten aanzien van hetgeen hun uit hoofde van hun functie als lid van de klachtencommissie dan wel uit hoofde van hun betrokkenheid bekend wordt, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift tot bekendmaking verplicht.
Artikel 8 Voor ieder lid van de klachtencommissie wordt een plaatsvervangend lid benoemd afkomstig uit dezelfde groepering. Het lidmaatschap van de klachtencommissie is onverenigbaar met het lidmaatschap van het bestuur van de NVVP.
Artikel 9
De voorzitter stelt een rooster van aftreden op van de leden en hun plaatsvervangers.
Artikel 10
Een (plaatsvervangend) lid kan vrijwillig terugtreden. Daartoe wordt mededeling gedaan aan het bestuur van de NVVP, dat zo spoedig mogelijk in de opvolging voorziet, een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 6.
Artikel 11
Het bestuur van de NVVP draagt zorg voor secretariële en ruimtelijke ondersteuning van de klachtencommissie.
Artikel 12
De klager wendt zich bij voorkeur tot de psychotherapeut tegen wie de klacht is gericht en/of diens regiocoördinator om te trachten op deze wijze tot een oplossing of tot bemiddeling te komen.
Artikel 13 In het geval de procedure als bedoeld in artikel 12 niet tot een oplossing van de klacht leidt, kan deze schriftelijk worden ingediend bij (het secretariaat van) de klachtencommissie. De klachtencommissie draagt er zorg voor, dat binnen een week een ontvangstbevestiging aan de klager wordt gestuurd, waarin hij wordt geïnformeerd over de verdere procedure.
Artikel 14 Indien een klacht naar het oordeel van de klachtencommissie onvoldoende informatie bevat, stelt zij de klager alsnog binnen een maand in de gelegenheid duidelijkheid te verschaffen. Zo nodig verleent de klachtencommissie klager de nodige hulp bij het schriftelijk formuleren van zijn klacht.
Artikel 15
De klachtencommissie doet binnen twee weken na ontvangst van de definitieve klacht mededeling van de inhoud van de klacht aan de aangeklaagde, met het verzoek daarop binnen een maand schriftelijk te reageren.
Artikel 16
De klachtencommissie vergadert zo dikwijls als nodig is. De vergadering vindt plaats in aanwezigheid van alle klachtencommissieleden en, bij afwezigheid van een lid, in aanwezigheid van zijn plaatsvervanger. De vergadering heeft een besloten karakter. De voorzitter stelt de agenda voor de vergadering op en brengt alle ontvangen klachten ter kennis van de leden.
Artikel 17
Indien een klacht betrekking heeft op een lid van de klachtencommissie, dient deze zich te onthouden van deelneming aan de behandeling van die klacht en zal de plaatsvervanger van het lid optreden.
Artikel 18
De klager, de aangeklaagde, alsmede de bij de procedure betrokkenen die naar het oordeel van de klachtencommissie moeten worden gehoord, worden indien de klachtencommissie dat noodzakelijk acht, of indien één der partijen hierom uitdrukkelijk vraagt, opgeroepen voor een mondelinge behandeling door de klachtencommissie.
Artikel 19
De klager en aangeklaagde kunnen zich, indien zij dat wensen, laten bijstaan door een advocaat of adviseur.
Artikel 20
De secretaris maakt een verslag van de eventuele zitting, alsmede van de verklaringen van de betrokkenen en deskundigen. Klager en aangeklaagde hebben recht op inzage in c.q. kopieën van de gewisselde stukken en het verslag van de zitting.
Artikel 21 De uitspraak van de klachtencommissie dient gemotiveerd te zijn. De uitspraak wordt schriftelijk – zo mogelijk binnen twee maanden, maar uiterlijk binnen zes maanden na ontvangst van de klacht – gezonden aan de klager en aan de aangeklaagde. De aangeklaagde deelt schriftelijk – met redenen omkleed – binnen een maand na ontvangst van de uitspraak mede aan klager en in afschrift aan de klachtencommissie of hij maatregelen neemt naar aanleiding van het oordeel van de klachtencommissie en, zo ja welke. Bij afwijking van de termijn van een maand doet de aangeklaagde daarvan – met redenen omkleedt – mededeling aan de klager en de klachtencommissie, onder vermelding van de termijn waarbinnen de aangeklaagde zijn standpunt kenbaar zal maken.
Artikel 22
Van een uitspraak van de klachtencommissie staat geen hoger beroep open.
Artikel 23
- De klager behoudt in alle gevallen de mogelijkheid zich ook te wenden tot een andere daartoe geëigende (externe) instantie die de klacht in behandeling neemt, zoals het tuchtcollege of de civiele rechter of strafrechter.
- Indien aan de klachtencommissie een oordeel wordt gevraagd over een klacht van complexe psychotherapeutische aard, zal de klachtencommissie, mede met het oog op een vlotte afhandeling van de klacht, de klager adviseren de klacht voor te leggen aan een daartoe meer geëigende en beter geëquipeerde instantie, zoals het Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. Indien de klager desondanks persisteert in behandeling van de klacht door de klachtencommissie, dan zal deze zich beperken tot het geven van een globaal of tot onderdelen beperkt oordeel over het handelen of nalaten, dat aanleiding vormde voor de klacht. De klachtencommissie kan daarbij ook deskundigen raadplegen.
- Indien aan de klachtencommissie een klacht wordt voorgelegd, welke (deels) betrekking heeft op een schadeclaim, doet de klachtencommissie geen uitspraak over de vraag of de betrokken persoon(personen) of instelling aansprakelijk is, maar beperkt de klachtencommissie zich tot de beoordeling van de gegrondheid van de klacht. Het voorgaande lijdt slechts uitzondering als de (aansprakelijkheids)verzekeraar de beoordeling van de aansprakelijkheid heeft gedelegeerd aan de klachtencommissie.
Artikel 24
De klachtenprocedure is kosteloos. Dit geldt niet ten aanzien van de eventuele kosten die het inroepen van een adviseur of advocaat ingevolge artikel 19 met zich meebrengen.
Artikel 25
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur van de NVVP, gehoord de klachtencommissie. Bij wijziging van het reglement worden de in artikel 7 genoemde leden en de voordragende geledingen gehoord. Het bestuur van de NVVP beslist over wijzigingen van het reglement.
Artikel 26
Het reglement treedt in werking op 1 januari 1999.