A
De ondergetekenden:
Zorgkantoor:
(naam) ……………………………………………………….
(adres) ……………………………………………………….
(postcode/plaats) ……………………………………………………….
en
B Psychotherapeut:
(naam) ………………………………………………………
(adres) ………………………………………………………
(postcode/plaats) ………………………………………………………
(corr. adres) ………………………………………………………
(postcode/plaats) ………………………………………………………
(zorgverlenersnummer) ………………………………………………………
(AGB-code) ………………………………………………………
(bankrekeningnummer, t.n.v.) ………………………………………………………
De psychotherapeut oefent uitsluitend praktijk uit op de in hoofde van deze overeenkomst
genoemde locatie(s), voor zover deze zijn gelegen in de regio van het zorgkantoor. Bij
uitzondering, indien noodzakelijk voor de uitvoering van de behandeling, kan hiervan worden
afgeweken.
C
Komen overeen terzake van de door een psychotherapeut te verlenen hulp aan verzekerden ingevolge de AWBZ, Besluit Zorgaanspraken artikel 8 met als grondslag een psychiatrische aandoening, dat de contractuele relatie tussen de zorgverzekeraar en de psychotherapeut wordt beheerst door de bepalingen uit de Uitkomst van Overleg zorgverzekeraar-psychotherapeut deel II (algemeen deel);
inclusief de daaruit voortvloeiende bijlage(n):
1. aantal gecontracteerde uren psychotherapie per jaar:
2. overeengekomen uurtarief: €…………….., inclusief eigen bijdrage en inclusief afdracht toetsingscommissie
D
Verder komen de psychotherapeut en de zorgverzekeraar het navolgende overeen (eventueel op bijlage, denk aan het aantal uren in de week hij als vrijgevestigde psychotherapeut werkzaam zal zijn):
E
Deze overeenkomst is tussen de zorgverzekeraar en de psychotherapeut van kracht
vanaf 1 januari 2004 en is aangegaan voor een bepaalde termijn, te weten tot 1 januari 2005 en zal ieder jaar stilzwijgend worden verlengd, voorzover niet opgezegd.
F
De zorgverzekeraar en de psychotherapeut verklaren hierbij een exemplaar te hebben ontvangen van de onder C genoemde overeenkomst en de onder C en D genoemde bijlage(n) en ermee in te stemmen dat deze overeenkomst en bijlage(n) de contractuele verhouding tussen partijen beheerst.
G
De inhoud van deze overeenkomst wordt bepaald door bepalingen van de achterliggende Uitkomst van Overleg onder voorbehoud van goedkeuring van het CVZ. Mochten er bepalingen wijzigen, dan zullen de tekst van de UvO, zoals door het CVZ goedgekeurd van toepassing zijn.
Opgemaakt in tweevoud,
Plaats …………………….. Datum ……………………….. 20…
De zorgverzekeraar, De psychotherapeut,
(handtekening (handtekening)
Deel II
UVO ZORGVERZEKERAAR-PSYCHOTHERAPEUT
De ondergetekenden, partijen bij deze overeenkomst:
– de psychotherapeut, ………………………………….,
praktijk houdende op het (de) navolgende adres(sen) in de regio van het zorgkantoor
en
– het zorgkantoor, …………………………………….
in deze mede handelend namens de andere uitvoeringsorganen AWBZ
zijn het volgende overeengekomen:
Inleidende bepalingen
Artikel 1
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a. “zorgverzekeraar”: de overeenkomstig de in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) gestelde regels toegelaten zorgverzekeraar, die deze overeenkomst heeft aangegaan;
b. “zorgkantoor”: een zorgverzekeraar in de hoedanigheid bedoeld in artikel 3, tweede lid van het Administratiebesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering (verbindingskantoor);
c. “psychotherapeut”: de psychotherapeut, die, voorzover hij hier te lande praktijk uitoefent, is opgenomen in het Register Psychotherapeut van de wet BIG;
d. “verzekerde”: degene, die krachtens de AWBZ bij de zorgverzekeraar is ingeschreven overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen;
e. “Commissie voor de Rechtspraak Zorgverzekering”: de commissie waarop zorgverzekeraar en psychotherapeut – indien zij zulks zijn overeengekomen – krachtens artikel 14 van deze overeenkomst zijn aangewezen;
f. “Reglement op de rechtspraak Zorgverzekering”: het reglement voor de Commissie voor de Rechtspraak Zorgverzekering, zoals dit reglement thans luidt, c.q. in de toekomst zal komen te luiden;
g. “toetsingscommissie”: de regionale toetsingscommissie die individuele aanvragen voor psychotherapie beoordeelt op de vraag óf en welke wijze van psychotherapie geëigend is en ten laste van de AWBZ kan worden gebracht;
h. “geschillencommissie”: de commissie ingesteld door de NVVP voor het beslechten van geschillen rondom uitspraken van de toetsingscommissie;
i. “Administratiebesluit”: het Administratiebesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering, cf. art.16 AWBZ.
j. “Administratiekantoor”: het Centraal Administratiesysteem Vrijgevestigde Psychotherapeuten dat in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Vrijgevestigde Psychotherapeuten is ondergebracht bij de Noordelijke Accountants Unie te Assen
(verder te noemen: “het Administratiekantoor”).
Artikel 2
De rechtsverhouding tussen zorgkantoor en psychotherapeut wordt geregeld door:
a. deze overeenkomst;
b. de aanvullingen of wijzigingen van deze overeenkomst die tot stand zijn gekomen of zullen komen.
Artikel 3
1. De psychotherapeut verleent aan verzekerden die volgens de daarvoor gestelde regels naar hem zijn verwezen, de hulp, omschreven in artikel 8 van het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekosten en de op dat Besluit gebaseerde ministeriële regelingen, zijnde een verwijzing door een huisarts, psychiater, bedrijfsarts (indien er sprake is van een overeenkomst met zorgkantoor of zorgverzekeraar) of een arts werkzaam bij een instelling (cf. artikel 8, BZA).
2. De psychotherapeut overtuigt zich van het recht van de verzekerde op hulp vanwege de AWBZ. Slechts in dat geval garandeert het zorgkantoor de betaling van de verleende hulp. De psychotherapeut kan daarbij afgaan op een door de zorgverzekeraar afgegeven geldig (voorlopig) bewijs van inschrijving waarop op duidelijke wijze de geldigheidsduur van de inschrijving is vermeld.
3. De behandeling kan pas ten laste worden gebracht van de AWBZ indien er sprake is van een positief advies van de toetsingscommissie. In geval van een negatieve uitkomst vergoedt het zorgkantoor ten hoogste vijf zittingen voor behandeling en één zitting voor het hanteren van het toetsingsprotocol. Het zorgkantoor ontvangt het ingevulde A-formulier (minimale gegevensset) dat met waarborgen in het kader van de WBP zal worden verwerkt In geval van een negatieve uitkomst staat voor de therapeut beroep open bij de landelijke Geschillencommissie, ingesteld door de Nederlandse Vereniging van Vrijgevestigde Psychotherapeuten
Artikel 4
- Indien de psychotherapeut van oordeel is dat hij, door omstandigheden welke niet aan hem kunnen worden toegerekend, onvoldoende in staat is, respectievelijk in staat zal zijn, zijn verplichtingen voortvloeiende uit artikel 3, eerste lid, van deze overeenkomst, ten opzichte van de verzekerde na te komen, treedt hij hierover in overleg met de adviserend geneeskundige van het zorgkantoor.
- Indien de psychotherapeut gegronde redenen meent te hebben om hem moverende redenen de behandeling van een verzekerde niet op zich te nemen of een aangevangen behandeling niet verder voort te zetten, neemt hij, indien en voor zover zulks redelijkerwijs van hem verlangd kan worden, contact op met de verzekerde en/of de huisarts van de verzekerde. In het geval de continuïteit van de zorgverlening aan de orde is, wordt ook contact opgenomen met de adviserend geneeskundige van het zorgkantoor. De psychotherapeut verwijst zonodig de verzekerde door.
- De psychotherapeut zal de kosten van de verleende zorg declareren overeenkomstig de tarieven zoals die tussen het zorgkantoor en hem individueel zijn overeengekomen. Na ommekomst van de WTG-tarieven geldend voor de psychotherapeuten komen partijen overeen dat deze niet boven de door het College Tarieven Gezondheidszorg voor psychotherapeut goedgekeurde of vastgestelde maximumtarieven uitkomen.
- De betaling geschiedt overeenkomstig de regelen neergelegd in het Administratiebesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering, zoals dit ten tijde van het sluiten van deze overeenkomst luidt of later zal komen te luiden.
- Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2004 en eindigt op 1 januari 2005. De overeenkomst wordt, tenzij één der partijen uiterlijk vóór 1 november van enig jaar schriftelijk aan de andere partij mededeelt de overeenkomst niet te willen verlengen, stilzwijgend verlengd.
- Zij eindigt eerder:
- NAW-gegevens declarant
- Geboortedatum declarant
- BIG-registratienummer
- AGB-code
- Omvang productieafspraak
- Bankrekening.
- NAW-gegevens declarant
- Factuurnummer
- Periode waarop declaratie betrekking heeft
- Totaalbedrag van de factuur
- Bank- of gironummer
- Bank- of gironummer Regionale Toetsingscommissie i.v.m. afdracht toetsing.
- Naam, voorletters en voorvoegsel van de verzekerde
- Meisjesnaam, voorletters en voorvoegsel van de verzekerde ( indien van toepassing)
- Geboortedatum van verzekerde
- Geslacht van verzekerde
- Verzekeringsinstelling en polisnummer van de verzekerde
- Klinisch/poliklinisch (altijd poliklinisch)
- Soort verrichting
- Aantal verrichtingen (i.v.m. machtiging)
- Datum akkoord van de toetsingscommissie
- Ingangsdatum van behandeling
- Einddatum van behandeling
- Tarief van de verrichting
- Uitvoerder
- Na ommekomst van de toetsing dient de van toepassing zijnde DSM-IV-classificatie en klassieke diagnose te worden gemeld.
Kwaliteit en deskundigheid
Artikel 5
1. De psychotherapeut verleent de zorg persoonlijk, zelfstandig en voor eigen verantwoordelijkheid, met de bij de omstandigheden passende zorgvuldigheid.
2. De psychotherapeut neemt bij de zorgverlening de eisen in acht die volgens algemeen aanvaarde standaard, rekening houdend met zijn specifieke vaardigheid redelijkerwijze mogen worden gesteld. Hij draagt er zorg voor dat hij blijft beschikken over de kennis en kunde die voor een goede verlening van de zorg noodzakelijk is.
3. De psychotherapeut hanteert het protocol indicatiestelling behorend bij deze regeling en legt de door hem/haar gestelde indicatie ter toetsing voor aan de voor dit doel ingestelde regionale Toetsingscommissie. Na verkregen instemming van de regionale Toetsingscommissie meldt de Psychotherapeut de aanvang van behandeling aan het Zorgkantoor.
Toetsingscommissie
Artikel 6
1. In de regionale Toetsingscommissie is de deskundigheid van de beroepsgroep vertegenwoordigd. Het bestuur van de Regionale Vereniging van Vrijgevestigde Psychotherapeuten is in elke regio verantwoordelijk voor het adequaat functioneren van de regionale Toetsingscommissie. Bij geschillen tussen partijen over de indicatiestelling worden deze voorgelegd aan de landelijke Geschillencommissie, ingesteld door de Nederlandse Vereniging van Vrijgevestigde Psychotherapeuten.
2. Door de psychotherapeut en het zorgkantoor is overeengekomen dat ten behoeve van de werkzaamheden van de regionale Toetsingscommissie per gedeclareerd therapie-uur een bedrag van € 1,50 door het zorgkantoor wordt ingehouden en afgedragen aan de Regionale Toetsingscommissie in de regio waar de therapeut zijn/haar praktijk voert.
Doelmatigheid
Artikel 7
De psychotherapeut draagt er zorg voor, dat zijn praktijkinrichting en instrumentarium aan redelijke eisen beantwoorden. In het bijzonder betreft het de scheiding van de wacht- en behandelruimten, de aanwezigheid van een toilet en geluidsisolering van de behandelruimte in verband met de waarborg voor privacy.
Artikel 8
De psychotherapeut zal zich bij de wijze van zorgverlening mede laten leiden door de mate van belasting voor de verzekerde, met inachtneming van de effectiviteit, de doelmatigheid, en met behoud van kwaliteit van handelen, zoals dat binnen de beroepsgroep gebruikelijk is.
Controle
Artikel 9
De psychotherapeut en het zorgkantoor zijn gehouden elkaar desgevraagd de inlichtingen te verschaffen die zij redelijkerwijs behoeven voor een inzicht in de nakoming van de in deze overeenkomst aangegane verplichtingen, rekening houdend met het medisch beroepsgeheim en de persoonlijke levenssfeer.
Waarneming
Artikel 10
1. De psychotherapeut draagt er zorg voor dat bij zijn ziekte of afwezigheid waarneming plaats vindt, naar in de kring van de beroepsgroep heersende gebruiken of opvattingen.
2. Tenzij tussen partijen over de waarneming andersluidende afspraken worden gemaakt, gelden de volgende bepalingen:
De psychotherapeut geeft bekendheid aan het feit der waarneming, onder vermelding van de naam (namen) en adres(sen) van de waarnemer(s). Duurt de waarneming (voorzienbaar) langer dan twee maanden, dan doet de psychotherapeut van die waarneming mededeling aan het zorgkantoor onder vermelding van de vermoedelijke duur. Hernieuwde mededeling is vereist, ingeval de waarneming langer duurt dan aanvankelijk opgegeven.
3. De psychotherapeut draagt er zorg voor, dat de waarnemer zich gedraagt overeenkomstig de verplichtingen en rechten, zoals deze voortvloeien uit deze overeenkomst.
4. Indien de psychotherapeut is geschorst in zijn beroepsuitoefening stelt hij daarvan het zorgkantoor in kennis zodra de uitspraak, waarbij de psychotherapeut is geschorst, in kracht van gewijsde is gegaan. In deze situatie kan waarneming alleen plaats vinden na verkregen toestemming van het zorgkantoor. Deze waarneming geschiedt bij overeenkomst tussen waarnemer en zorgkantoor.
Honorering, administratie en bijzondere gedragsregels
Artikel 11
3. Het zorgkantoor en de psychotherapeut zullen zich gedragen conform het Administratiebesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering.
4. De psychotherapeut int de eigen bijdrage die de verzekerde per zitting verschuldigd is. Deze eigen bijdrage wordt door de psychotherapeut in mindering gebracht op het bij het zorgkantoor te declareren bedrag.
5. De psychotherapeut en het zorgkantoor komen overeen op welke wijze de declaratie opgesteld moet worden. De psychotherapeut stelt het zorgkantoor tenminste op de hoogte van de volgende gegevens:
a. naam, adres, woonplaats, inschrijvingsnummer, geboortedatum en geslacht van de patiënt/verzekerde;
b. naam van de verzekeraar;
c. naam en AGB-codenummer van de behandelend psychotherapeut;
d. Diagnosecode (op basis van DSM-IV R), (tzt.) tariefcode (CTG), aantal, overeengekomen tarief, te declareren bedrag, locatiecode alsmede de data/periode van behandeling.
Bovengenoemde gegevens dienen ertoe inzicht te verkrijgen in de aard en omvang van de verleende zorg. Voor een uitputtende lijst wordt verwezen naar het concept-registratieformulier dat hier als bijlage is bijgevoegd en onderdeel kan vormen van de individuele overeenkomst. De geldende regelgeving in het kader van de WBP wordt hierbij in acht genomen.
6. Totdat landelijk overeenstemming is bereikt over een uniforme wijze van wachtlijstregistratie zal het administratiekantoor op basis van de door de psychotherapeut verstrekte informatie het zorgkantoor informeren over de wachttijden. Zodra de daartoe door Prismant ontwikkelde module beschikbaar is, registreert de psychotherapeut via deze module of via een systeem met dezelfde functionaliteit de wachtende op hulp voor zijn praktijk. Zorgkantoor en de individuele psychotherapeut komen overeen hoe deze informatie wordt uitgewisseld. De geldende regelgeving in het kader van de WBP wordt hierbij in acht genomen.
Overleg
Artikel 12
1. Het zorgkantoor en de psychotherapeut zullen op gezette tijden met elkaar overleg voeren met betrekking tot de uitvoering van de overeenkomst.
2. De psychotherapeut en in beginsel het zorgkantoor nemen deel aan het relevante lokale en/of regionale overleg met betrekking tot de geestelijke gezondheidszorg.
Geschillen
Artikel 13
Tenzij partijen bij het aangaan van deze overeenkomst anders overeenkomen, zullen alle geschillen volgens de regelen van het Reglement op de rechtspraak Zorgverzekering, zoals dat luidt op het tijdstip van het aanhangig maken van het geschil, worden berecht en beslist door de Commissie voor de Rechtspraak Zorgverzekering. Het betreft geschillen die kunnen ontstaan naar aanleiding van:
– deze overeenkomst, daarmee samenhangende of daaruit voortvloeiende overeenkomsten en/of aanvullingen van zodanige overeenkomsten;
– feiten, welke in enig opzicht met de uitvoering van vorenbedoelde overeenkomsten, wijzigingen of aanvullingen en de daaruit voortvloeiende relatie tussen zorgkantoor en psychotherapeut verband houden.
Geschillenregeling blijft van kracht
Artikel 14
Indien deze overeenkomst is geschorst of, om welke reden dan ook, een einde neemt, blijft het bij artikel 13 bepaalde nochtans tussen zorgkantoor en psychotherapeut van kracht.
Duur van de overeenkomst
Artikel 15
a. met wederzijds goedvinden;
b. door overlijden van de psychotherapeut dan door schorsing van de psychotherapeut na uitspraak door de strafrechter of het tuchtcollege;
c. op het einde van de maand, waarin de psychotherapeut de 65-jarige leeftijd bereikt, tenzij in overleg tussen zorgkantoor en psychotherapeut, wordt besloten het medewerkerschap van de psychotherapeut na het bereiken van de 65-jarige leeftijd te continueren.
Aldus overeengekomen en getekend in tweevoud,
(plaats), (datum),
Het zorgkantoor De psychotherapeut
(handtekening/-en) (handtekening)
TOELICHTING BIJ DE UVO ZORGVERZEKERAAR-PSYCHOTHERAPEUT
Artikel 1
De Medische Tuchtwet is blijkens artikel 145 Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) ingetrokken. In hoofdstuk VII van de Wet BIG is thans de tuchtrechtspraak geregeld.
Artikel 2
De rechtsverhouding tussen het zorgkantoor en de psychotherapeut wordt geregeld door de door hen gesloten overeenkomst met de eventueel gedurende de looptijd nader overeengekomen aanvullingen en/of wijzigingen.
Zoals in het algemene deel van deze toelichting is aangegeven mogen de aanvullingen en/of wijzigingen niet tot gevolg hebben dat wordt afgeweken van de UvO, behoudens voorzover daarin uitdrukkelijk is aangegeven dat afwijkingen zijn toegestaan.
Artikel 3 en 5
Lid 3 behandelt de indicatietoetsing van de resultaten waarvan het zorgkantoor op de hoogte wordt gesteld door de toetsingscommissie. De praktische weg waarlangs dit gebeurt kan verschillen: dit kan rechtstreeks door de toetsingscommissie gedaan worden of via tussenkomst van een administratiekantoor. De toetsing richt zich op de vragen waarom psychotherapie is geïndiceerd in plaats van een andere (GGZ-)hulpvorm en waarom in dit specifieke geval gekozen wordt voor deze specifieke vorm van psychotherapie.
De regionale toetsingscommissie is samengesteld uit een aantal psychotherapeuten uit de regio en laat zich bij voorkeur bijstaan door een psychiater. De psychotherapeut legt middels de hiertoe vereiste formulieren (als bijlage hierbij opgenomen) het verzoek ter toetsing aan de regionale toetsingscommissie voor. Therapeut en zorgkantoor worden van de uitkomst van de toetsing op de hoogte gesteld. De therapeut informeert de cliënt.
Artikel 4
Lid 1
van artikel 4 ziet op de situatie dat de psychotherapeut van oordeel is dat hij door omstandigheden die niet aan hem kunnen worden toegerekend onvoldoende in staat is om de hulp aan verzekerden te verlenen die hun toekomt. Hierbij wordt gedoeld op de situatie dat het niet mogelijk is een patiënt (tijdig) te behandelen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan wachtlijsten of arbeidsongeschiktheid van de psychotherapeut. In dat geval dient overleg met de adviserend geneeskundige plaats te vinden. Gezien het feit dat het bestaan van wachtlijsten momenteel een bekend structureel probleem is voor nagenoeg alle psychotherapeuten, mag worden verondersteld dat de adviserend geneeskundige van het bestaan ervan op de hoogte is. Het voeren van de wachtlijstregistratie ingevolge 12 lid 6 dient ertoe partijen nader inzicht hierin te verschaffen. Anders is dit bijvoorbeeld voor wat betreft het ontstaan van arbeidsongeschiktheid van de psychotherapeut. Aangezien dit een ‘persoonsgebonden’ probleem is van de psychotherapeut dient hierover persoonlijk contact met de adviserend geneeskundige te worden opgenomen.
Lid 2 van artikel 4 ziet op de situatie dat de psychotherapeut om hem moverende redenen de behandeling niet op zich neemt dan wel de behandeling niet verder wenst voort te zetten. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een patiënt die zich dermate bedreigend jegens de psychotherapeut heeft opgesteld dat de psychotherapeut geen behandelingsrelatie met deze patiënt wenst aan te gaan dan wel de bestaande behandelingsrelatie wenst te beëindigen.
Artikel 9 en 11
Dit artikel ziet op de informatie-uitlevering van partijen over en weer die noodzakelijk is voor een goede uitvoering van deze overeenkomst. Het beroepsgeheim van de psychotherapeut en de persoonlijke levenssfeer van de patiënt dienen hierbij in acht te worden genomen. Tevens behelst dit artikel een algemene informatievoorziening van partijen over een weer zoals bijvoorbeeld het aanleveren van gegevens als maandomzetten aan het Zorgkantoor van de psychotherapeut e.d
Artikel 11 lid 6
In artikel 11 lid 6 wordt verwezen naar de module van Prismant voor de wachtlijstregistratie. Dit moet worden gezien als een tussenoplossing.
Artikel 13
Het staat partijen vrij bij aanvang van de overeenkomst voor een andere geschillenregeling te kiezen. Men kan er bijvoorbeeld voor kiezen om zich meteen tot de burgerlijke rechter te wenden dan wel een procedure van geschillenbemiddeling te volgen alvorens zich tot een rechter te wenden.
Partijen verzoeken het CVZ de UvO goed te keuren voor de periode van 1 januari 2004 tot 1 januari 2005.
a. Waarom is psychotherapie geïndiceerd in plaats van een andere (GGZ-)hulpvorm?
b. Waarom wordt in dit specifieke geval gekozen voor deze specifieke vorm van psychotherapie?
Om deze vragen zo verantwoord mogelijk te beantwoorden legt de psychotherapeut zijn indicatiestelling voor aan de regionale Toetsingscommissie. Daarbij worden minimaal de volgende intakebevindingen overgelegd:
1. Relevante persoons- en ontwikkelingsgegevens van de cliënt;
2. Aard van de klacht(en), inclusief acuut/niet acuut, inclusief veronderstelde luxerende factoren;
3. Aard van de hulpvraag, inclusief door cliënt genoemde aanleiding tot hulp zoeken;
4. Klinisch-psychiatrische symptomen;
5. DSM IV-R-classificatie en klassieke diagnose;
6. Samenvattend behandelingsadvies in één van de volgende settingen:
a. geen behandeling: welk alternatief antwoord op de hulpvraag;
b. (sociaal-)psychiatrisch zorgprogramma in één van de volgende settingen:
– klinisch;
– opnamevervangende deeltijd;
– deeltijd;
– ambulant/poliklinisch.
N.B. Per setting het organisatorisch kader aan te geven, bijvoorbeeld APZ, +MFE, Riagg, categoriaal (bijvoorbeeld verslavingszorg) etc;
c. psychotherapie in de vrijgevestigde praktijk van:
– psychiater;
Het oordeel van de regionale commissie omtrent de indicatie wordt ter kennis gebracht van de psychotherapeut en van het zorgkantoor. Stemt de regionale commissie niet in met de indicatiestelling door de psychotherapeut dan informeert de psychotherapeut de verzekerde over de mogelijkheid aan het zorgkantoor een heroverweging van de indicatie te vragen.
Van iedere gecontracteerde psychotherapeut worden de volgende gegevens vastgelegd door de administratie:
Declaraties dienen te voldoen aan de volgende inrichtingseisen:
Per declaratienummer dienen ten minste de onderstaande gegevens vermeld te worden: