Uw werkgever is verplicht om – als u met gevaarlijke stoffen werkt – de mate en de duur van die blootstelling na te gaan. Dat kan niet met de natte vinger, daar moet voor gemeten worden. (Arbobesluit artikel 4.2.1)
Drie zaken zijn van belang:
- ga na of uw werkgever een betrouwbaar overzicht van de gebruikte gevaarlijke stoffen heeft: in de Risico Inventarisatie en Evaluatie of in het gevaarlijke stoffenregister. Uit die twee dokumenten zou u moeten kunnen opmaken met welke stoffen u werkt en of er gevaar van blootstelling is.
Uw werkgever dient u hierover overigens ook voorlichting te geven. - is er reden om aan te nemen dat u misschien inderdaad blootstaat aan bepaalde gevaarlijke stoffen vraag dan om een meting: bij uw werkgever, de arbodienst of wellicht de Ondernemingsraad (OR). Ook de OR heeft namelijk de mogelijkheid om als dat nodig is deskundigen in te huren ter ondersteuning van zijn aktiviteiten. Metingen moeten wel betrouwbaar zijn. Dus geen natte vingerwerk, maar een deskundig bedrijf. Metingen moeten ook representatief zijn. Dus niet alleen meten op de stille uurtjes. Er zijn globaal gesproken twee soorten metingen: in het ene geval wordt de lucht in uw werkomgeving gemonsterd, vanaf vaste meetpunten. De resultaten van deze meetmethode zijn onvoldoende betrouwbaar om hieruit conclusies te kunnen trekken voor de blootstelling van werknemers. Bij de andere methode,Personal Air Sampling genoemd, draagt u de meetapparatuur mee. Misschien wat lastiger, maar dit is de enige verantwoorde manier om er achter te komen hoe hoog de blootstelling van werknemers is.
- Tot slot is het soms ook nog mogelijk in het kader van het Periodiek Gezondheidskundig Onderzoek (PAGO) dat de arbowet voorschrijft, na te gaan of mensen hebben blootgestaan aan bepaalde gevaarlijke stoffen, bijvoorbeeld door het nemen van bloed- en urinemonsters. Als de uitslag van zo’n onderzoek positief is, is het kwaad al wel geschied…
Artikel 4.2 lid 1 van het Arbobesluit luidt:
Nadere voorschriften inventarisatie en evaluatie
1. Indien arbeid wordt verricht waarbij werknemers worden of kunnen worden blootgesteld aan stoffen die gevaar voor de veiligheid of de gezondheid dan wel hinder voor deze kunnen opleveren, worden in het kader van de inventarisatie en evaluatie, bedoeld in artikel 5 van de wet, de aard, de mate en de duur van die blootstelling beoordeeld teneinde de gevaren voor de werknemers te bepalen.
Terug naar top pagina