Alle onderzoek wijst in de zelfde richting. Werkdruk neemt al maar toe. Meer dan veertig procent van de beroepsbevolking klaagt over een hoog werktempo. Tien procent van de beroepsbevolking heeft symptomen van psychische uitputting. 2.5% van de werknemers in de industrie beantwoordt alle 7 vragen over psychische uitputting met ja. De grootste groep die in de WAO-belandt zit daar vanwege psychische problemen. In de afgelopen jaren is de werkdruk zo hoog opgelopen dat stress de belangrijkste bedreiging van de gezondheid van werknemers is geworden. Werkdruk is een epidemie geworden.
Wij hebben werkdruk een veelkoppig monster genoemd. Een schoonmaker die twee uur heeft voor een school krijgt die school niet schoon. Hij/zij krijgt klachten van ouders en leraren. Omdat het zijn eer als vakman te na is beult hij zich af. Er zijn voorbeelden van schoonmakers die in hun eigen tijd het werk afmaken. Machinebedieners moeten zelf het onderhoud doen, steeds wisselende uitzendkrachten in werken, formulieren invullen voor de kwaliteitsbewaking. Aan heel veel functies zijn taken toegevoegd. En vaak worden mensen geconfronteerd met tegengestelde eisen: het moet snel, goed en veilig. De oorzaak van de werkdruk is nogal uiteenlopend. Maar het monster heeft toch een hoofdkenmerk. Werknemers moeten steeds meer doen, terwijl de tijd daarvoor niet beschikbaar is. Dat is de kern. Om aan de eisen te voldoen gaat er steeds een schepje bovenop, tot de grens is bereikt, de stress chronisch wordt en je domweg afknapt. Dumping in de arbeidsongeschiktheidsuitkering is het lot.
De oorzaken van de werkdruk ligt in de arbeidsorganisatie. Managers en organisatie-wetenschappers zijn permanent bezig om te kijken hoe er meer uit de mensen gehaald kan worden. De zweep van de slavendrijver is vervangen door verfijnde concepten en technieken. Je krijgt steeds grotere verantwoordelijkheden voor kwaliteit en kwantiteit, maar over de benodigde tijd, middelen en menskracht om die verantwoordelijkheden waar te maken kan niet onderhandeld worden. Mensen willen meestal die verantwoordelijkheden ook. Het maakt het werk gevarieerder en interessanter. Maar als de grenzen te nauw zijn is werkdruk en stress de prijs die betaald moet worden. Management-concepten als just-in-time, voorraadloos produceren, autonome groepen en zelfsturende teams zijn bedrijfs-economisch rationeel en een aantrekkelijke uitdaging aan het personeel. Maar als je baas aan Albert Heijn heeft beloofd dat om 7 uur ‘s avonds de margarine wordt afgeleverd en als de vrachtauto met grondstoffen vanwege de file een uur later arriveert en je een uur oponthoud hebt vanwege een storing in de productie is de autonome werknemer de klos. Omdat bij planningen geen rekening wordt gehouden met tegenslagen is de tegenslag voor rekening van het personeel.
Door technische en organisatorische vernieuwingen is de productiviteit de afgelopen decennia gigantisch toegenomen. De arbeid is steeds meer geïntensiveerd. Leegloop, dat waren natuurlijke rustmomenten in het werk, zijn er uit gerationaliseerd. Ploegbezettingen zijn verminderd. Met minder mensen moest hetzelfde of meer gedaan worden. We hebben daar de vruchten van geplukt. Redelijk lonen en kortere werktijden en toename van de welvaart. Maar gezien de omvang van de werkdruk- en stressklachten lopen we tegen een grens aan.
Als vakbeweging hebben we ons nooit bemoeid met de organisatie van de productie. We hebben grenzen getrokken. Bij bepaald werk hoort een bepaald loon, we hebben grenzen aan de arbeidstijd gesteld, we hebben grenzen gesteld aan lawaai en blootstelling aan chemische stoffen. Maar we hebben ons niet bemoeid met de wijze en inrichting van de productie. Nieuwe plichten zijn we tegemoet getreden met nieuwe rechten. Op het gebied van arbeidsomstandigheden hebben we echter geleerd dat zwaar en vuil werk niet afgekocht kunnen worden met extra loon. Je betaalt dan met je gezondheid. Dat geld kan beter gebruik worden voor de verbetering van de omstandigheden. We zullen ons moeten gaan bemoeien met de inhoud van de plichten. Met de inhoud van het werk en met de tijdsbesteding in de taak. Dus zeggenschap over taak en tijd.
In bedrijven zal heel concreet onderzocht moeten worden of de benodigde tijd voor de taak in overeenstemming is met de beschikbare tijd. In veel gevallen zal de conclusie luiden dat de arbeid geëxtensiveerd zal moeten worden, ofwel door technische oplossingen of wel door extra-personeel. Veel taken zijn te zwaar. Niet alleen voor de huidige werknemers maar zeker ook voor veel arbeidsongeschikten. Zij zouden best kunnen werken maar niet in het moordende tempo dat nu gevraagd wordt. Extensivering van het werk moet op de agenda. Dat levert een bijdrage aan vermindering van de werkloosheid, aan de reïntegratie van arbeidsongeschikten en aan de vermindering van de werkdruk en stress. Dat is onze invulling van “onthaasting”.