Het is tijd dat de overheid de gevaren van vakantiewerk beter gaat aanpakken.“Waarom komen er nu geen spotjes op tv? Daarvan kunnen jongeren leren dat ze geen monotone arbeid mogen doen, niet in de buurt van machines mogen werken en niet ’s avonds in touw mogen zijn.”
Zo reageert Jan van der Straten, adviseur arbeidsomstandigheden van FNV Bondgenoten, op een rapport van de Arbeidsinspectie over controles in de zomer van 2001. Daaruit blijkt dat vakantiewerk nog lang niet veilig is.
Ruim de helft van de werkgevers met jonge vakantiewerkers hield zich niet aan de regels. De meeste overtredingen leidden tot een waarschuwing.
Ondanks de vele voorlichtingscampagnes, wijken de resultaten nauwelijks af van die in voorgaande jaren. Bij 1036 werkgevers trof de inspectie vakantiewerkers onder de achttien jaar aangetroffen en bij 570 van deze bedrijven werden één of meerdere overtredingen geconstateerd.
Met name werkgevers in de land- en tuinbouw en de recreatie zijn in hoge mate afhankelijk van vakantiekrachten. In de zomer vormden vakantiewerkers bijna de helft van het personeelsbestand in deze sectoren.
De Arbeidsinspectie ‘zal voorafgaand aan het project Vakantiewerk van komende zomer de meest betrokken brancheorganisaties verzoeken aan te geven welke acties zij zullen ondernemen om de naleving van de regels voor vakantiewerkers van dertien tot en met vijftien jaar te verbeteren’ .
“Het is terecht”, meent Van der Straten, “dat de overheid ook brancheorganisaties aanspreekt. Maar ik weet ook dat de prioriteit van dit project bij de Arbeidsinspectie niet zo hoog ligt. Uit een vakbondsrapport over onveiligheid blijkt dat tijdelijke arbeidskrachten en vakantiewerkers een grote risicofactor zijn. De overheid kan veel meer doen om vakantiewerk veiliger te maken.”