laatste update: 18 april 2005 Over welk werk gaat het hier? De chemische industrie is een zéér gevarieerde bedrijfstak, waarin zowel het grootbedrijf (Shell, Akzo, DSM, Dow etc.) als het MKB vertegenwoordigd zijn, en waarin producten worden geproduceerd die variëren van petrochemische producten (nafta, stookolie etc.), via ‘bulkchemicaliën’ (b.v. polyethyleen) tot fijnchemicaliën zoals conserveermiddelen en andere additieven voor chemische producten. Ook de functies en taken die medewerkers verrichten variëren sterk:
In totaal zijn er in de Aardolieindustrie: 9000 werknemers en de Chemische industrie: 76.000 werknemers werkzaam. In totaal 85.000 mensen (excl. rubber- en kunststof industrie) Nog in 2003 concludeerde de Arbeidsinspectie dat bij 3 van de 4 bedrijven in de branche het ‘omgaan met chemische stoffen’ niet in orde was. Ook wist 70% van de bedrijven niet hoe hoog de blootstelling aan chemische stoffen in hun bedrijf was, hoewel het verplicht is dit te onderzoeken. Als de chemische industrie als geheel wordt bekeken, zullen vrijwel alle stoffen die schadelijk zijn voor de voortplanting wel ergens voorkomen. Het gaat daarbij (afgezien van medicijnen) onder andere om oplosmiddelen (petrochemie, bulkchemie, laboratoria), bestrijdingsmiddelen, weekmakers en vele tussenproducten. Schadelijke oplosmiddelen die elders weinig meer worden gebruikt, zoals chloroform en zwavelkoolstof, worden vooral in laboratoria nog toegepast, b.v. voor extracties e.d. In het grootbedrijf heeft het probleem van blootstelling aan chemische stoffen in het algemeen de aandacht. Tegelijkertijd zijn er voorbeelden dat een beleid t.a.v. schadelijkheid voor de voortplanting consequenties kan hebben voor het streven naar een gelijke behandeling van vrouwen en mannen. Zo worden (werden) in een groot chloorproducerend bedrijf geen vrouwen aangenomen op een afdeling waar kwikdampen vrij komen, omdat deze schadelijk zijn voor het ongeboren kind. In het kleinbedrijf, b.v. kleinere producenten van harsen of bepaalde additieven, is de aandacht voor beperking van de blootstelling vaak minder aanwezig. Gezien de grote variëteit aan bedrijfstypen en productieprocessen, is het vooral interessant om te onderzoeken in hoeverre per bedrijf bekend is (bij de werknemers) welke stoffen worden toegepast, wat de risico’s zijn en of er reden is om maatregelen te nemen in geval van een kinderwens of bestaande zwangerschap. Voor de goede orde: Niet meegenomen worden de verf- inkt- en lijmproductie, en de kunststof- en rubberindustrie. Dit zijn aparte branches. Ook de farmaceutische industrie (medicijnen) is te beschouwen als een aparte branche. Klik hier voor het complete Plan van Aanpak (pdf-document, 241 kB) |
|