Binnenklimaat kort en bondig

0

Het klimaat op de binnen een gebouw gelegen werkplek: meestal fabriek, winkel of kantoor. Maar ook de auto, trein, bus, truck, als die voor het werk gebruikt wordt.

Het binnenklimaat wordt bepaald door de volgende basisfactoren:

  • temperatuur
  • luchtvochtigheid
  • luchtsnelheid (tocht)
  • luchtverversing ( ventilatie)
  • luchtkwaliteit (vervuild of niet)

De meest voorkomende klachten gaan over kou of warmte. Toch gaat het dan vaak niet alleen over de temperatuur, maar ook over één of meer van de andere factoren.

Waar maken we ons druk over?

Weliswaar leven wij in een gematigd zeeklimaat, maar de periodes dat werknemers met warm weer te maken krijgen lijken eerder toe dan af te nemen. Dat geldt voor bijna alle werknemers in Nederland. Toch treft de ene sector sneller maatregelen dan de andere: moderne kantoren zijn vaak voorzien van air-conditioning of andere vormen van temperatuurregeling. Maar in veel winkels is de situatie bar en boos, zelfs in sommige supermarkten, waar toch bederfelijke waar word verkocht.

En ook in veel fabrieken en werkplaatsen is weinig gedaan om de temperatuur voor de werknemers redelijk te houden. 

Van de Nederlandse werknemers moet 39% (ruim 2,5 miljoen) wel eens werken in extreme hitte, aldus het onderzoek dat TNO in 2005 uitvoerde naar zogenaamde “lage risico’s”

Zo’n 24% van de werknemers typeert het binnenklimaat op hun werk als ‘onprettig’, terwijl 32% (2,2 miljoen) de temperatuur slecht kan regelen. Zo’n 16% heeft last van hinderlijke tocht, dat zijn nog altijd 1,1 miljoen werknemers.

De ‘arbobalans’ die jaarlijks in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken wordt uitgegeven, besteedt al jaren lang letterlijk nul komma nul procent aandacht aan dit onderwerp. Ten onrechte menen wij.

Mogelijke gevolgen voor veiligheid en gezondheid

Een slecht binnenklimaat wordt vooral als hinderlijk ervaren. Toch kan een te warm binnenklimaat ook de gezondheid schaden, vooral als bepaalde grenswaarden worden overschreden.

Volgens de o.a. door het KNMI gehanteerde hitte-index van Steadman is vanaf een temperatuur van 30 graden of hoger bij een relatieve luchtvochtigheid van 50% of meer, voorzichtigheid geboden. Vanaf circa 35 graden, wederom bij een luchtvochtigheid van 50% of hoger, lopen werknemers en andere mensen een zeer reële kans op heat stress indien ze grote lichamelijke inspanningen plegen. Omdat de luchtvochtigheid in Nederland vaak aan de hoge kant is (gemiddeld boven de 70%, zie grafiek, bron Wikipedia) zijn dit reëel hanteerbare temperaturen.
De combinatie van hitte en vocht stelt hoge eisen aan hart en bloedvaten. Gevolgen van te grote hitte kunnen zijn:

  • Huidaandoeningen zoals jeuk en blaasjesuitslag. Dit komt omdat bij een langdurige natte huid de afvoergangen van de zweetklieren verstopt raken.
  • Hittekramp (kramp in de spieren) ontstaat wanneer we door zweten teveel zout verliezen. Hitteoedeem, ophoping van vocht in onderhuids weefsel, ontstaat door overmatige vaatverwijding in de huid.
  • Hitte-uitputting door uitdroging. Dit gebeurt als er vocht verloren gaat door zweten en niet voldoende vervangen wordt. Drinken is dan erg belangrijk. Teveel vochtverlies leidt tot een snelle hartslag, verminderde weerstand en slechtere concentratie.
  • Hittesyncope ontstaat wanneer er onvoldoende doorbloeding is naar de hersenen; flauwvallen is het gevolg. Teveel bloed moet worden gebruikt in de huid om zweten mogelijk te maken. Dit gaat meestal gepaard met hoofdpijn, misselijkheid en diarree.
  • Een hitteberoerte is het meest ernstige effect. Dit gebeurt als de inwendige temperatuur van het lichaam boven de 41 graden komt. Bijbehorende verschijnselen: rode en droge huid, krampen, stuiptrekkingen en verlies van bewustzijn.
  • Daarnaast neemt door teruglopend concentratievermogen de kans op ongelukken toe. Voor bepaalde beroepen houdt dit grote risico’s in. Denk bijvoorbeeld aan mensen die op hoogte werken, (bus)chauffeurs.
  • Risicogroepen: extra last van de warmte kunnen hebben: zwangeren, mensen met longaandoeningen (CARA), mensen met hartaandoeningen en personen die medicijnen tegen o.m. hoge bloeddruk gebruiken.

Blootstelling aan overmatig zonlicht is in deze themakaart niet behandeld, omdat er in dat geval vooral sprake is van schadelijke straling.

Wettelijke normen op dit moment

Arbobesluit Artikel 6.1 Binnen- en buitenklimaat

1. Het klimaat op de arbeidsplaats veroorzaakt geen schade aan de gezondheid van de werknemers. 2. Het klimaat op de arbeidsplaats is zo behaaglijk en gelijkmatig als redelijkerwijs mogelijk. Daarbij wordt rekening gehouden met de aard van de werkzaamheden die door de werknemers worden verricht en de fysieke belasting die het gevolg is van die werkzaamheden. 3. Hinderlijke tocht op de arbeidsplaats wordt vermeden tenzij dat redelijkerwijs niet kan worden gevergd.

4. Indien door het klimaat op de arbeidsplaats toch schade aan de gezondheid van de werknemers kan ontstaan, worden persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking gesteld. Indien de ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen schade aan de gezondheid niet kunnen voorkomen, wordt de duur van de arbeid in een zodanige mate beperkt of wordt de arbeid met een zodanige frequentie afgewisseld door een tijdelijk verblijf op een plaats waar een klimaat heerst als bedoeld in het eerste lid, dat geen schade aan de gezondheid ontstaat.

In een arbo-beleidsregel heeft het kabinet nader aangegeven wanneer het binnenklimaat als behaaglijk kan worden beschouwd.

In de daar genoemde methode wordt met behulp van formules voorspeld hoeveel mensen een bepaald binnenklimaat wel of niet behaaglijk vinden. De ingewikkelde berekeningen met die formules leveren een zogenaamde PMV-waarde op (‘Predicted Mean Vote’) die volgens de arbobeleidsregel tussen -0,5 en +0,5 moet liggen.

De beleidsregel heeft gelukkkig ook een eenvoudig alternatief: het binnenklimaat is gelijkmatig en behaaglijk als minder dan 10% van de mensen klachten kenbaar maakt.

Adder onder het gras in de tekst van de arbobeleidsregel: “een overschrijding van die grenzen gedurende 10% van de verblijfstijd is acceptabel.”

In de beleidsregel wordt overigens veelvuldig verwezen naar NEN/EN normen, onder andere naar NEN-EN-ISO 7730.

Deze normen zijn alleen tegen fikse betaling te verkrijgen. FNV Bondgenoten kan ze niet leveren, daarvoor verwijzen we naar het normalisatie-instituut NEN.

De nieuwe arbowet: exit klimaatnormen

In de plannen voor een nieuwe arbowet heeft het kabinet de wettelijke normen bijna volledig uitgekleed: de concrete normen die nu nog in de arbobeleidsregels staan, verdwijnen helemaal. Over blijft alleen een in wel zéér algemene termen geformuleerde verplichting dat het klimaat geen schade aan de gezondheid mag veroorzaken.

Voor meer informatie over de kabinetsplannen en over het alternatief van de vakbeweging: klik hier

Een meer hanteerbare norm, voorgesteld door FNV Bondgenoten.

FNV Bondgenoten heeft de wettelijke eis dat het binnenklimaat behaaglijk en gelijkmatig moet zijn omgezet in een hanteerbaar ‘als…dan’ schema: als de temperatuur bepaalde waarden overschrijdt…dan moet de werkgever een passende combinatie van maatregelen nemen om de problemen aan te pakken of te verminderen.

Overigens geldt ook hier de wettelijke bepaling dat het probleem zoveel mogelijk ‘bij de bron’ moet worden opgelost.
Dus een goede isolatie van het gebouw en een goede luchtbehandelingsinstallatie gaan vóór het verstrekken van drank en ijsjes.

Op basis van deze norm en van ervaringen met praktijksituaties hanteert FNV Bondgenoten de volgende, praktische vuistregels:

Bij werktemperaturen van

Tref de volgende maatregelen


Risicoklasse 3: 25 tot 35 graden gedurende minder dan 180 uren per jaar (10% van de werktijd)


Tijdelijke maatregelen

  • 30 graden voor (zittend) kantoorwerk
  • 28 graden voor licht ander werk
  • 26 graden voor intensief werk, mits er een voelbare luchtstroom is – anders maximaal 25 graden
  • 25 graden voor zeer intensief werk, met een voelbare luchtstroom, 23 graden zonder luchtbeweging
  • korter werken
  • zo kort mogelijk aaneengesloten werken
  • pauzeren in koele ruimtes
  • verlichting dempen waar dit kan
  • warmte producerende apparaten zoveel mogelijk uit zetten
  • aangepaste kleding
  • extra ventilatie
  • veel (sportdrank) drinken
  • airco huren
  • platte daken eventueel natmaken ter koeling


Risicoklasse 2: 25 tot 35 graden gedurende meer dan 180 uren per jaar (10% van de werktijd)


Structurele maatregelen:

  1. maatregelen zoals in categorie 1 genoemd
  2. door technische of organisatorische maatregelen structureel voorkomen van blootstelling aan deze temperaturen, te weten:
  • een goed geïsoleerd gebouw
  • een goede luchtbehandelings- en koelinstallatie (airco of topkoeling)
  • warmte afzuigen
  • goede, zelf-regelbare zonwering en ventilatie
  • warmte-producerende apparaten zoveel mogelijk in een aparte ruimte zetten
  • zonwerend glas
  • zonwering toepassen, buitenzonwering is effectiever dan binnenzonwering
  • goed onderhoud van gebouw en installaties


Risicoklasse 1: 35 graden of hoger (bij ‘doorsnee’ Nederlandse luchtvochtigheid)

Tijdelijke, structurele en aanvullende maatregelen:

  • maatregelen zoals onder categorie 1en 2 genoemd
    Totdat die effect hebben aan te vullen met:
  • maximaal 1 uur aaneengesloten werken afwisselen met 30 minuten pauze in koele ruimtes
  • maximaal 5 uur per dag totaal werken
  • verlagen werktempo en werkintensiteit
  • werk onderbreken indien direct veiligheids- of gezondheidsrisico (chauffeurs, patiënten) dreigt

Bij deze temperaturen kunnen de eerste gezondheidsklachten optreden, en gaat het lichaam merkbaar minder goed functioneren: van verminderde concentratie tot hoofdpijn en soms flauwvallen. Extra aandacht is nodig voor kwetsbare groepen (zwangeren, ouderen, mensen met hartklachten en medicijnen tegen hoge bloeddruk, CARA patiënten). De te treffen maatregelen zijn in principe van tijdelijke aard.

Bij deze temperaturen, of hoger, bestaat o.a. volgens Steadman een snel groeiend risico voor ernstige gezondheidsklachten; in de buitenlucht geldende extra risico’s vanwege blootstelling aan de zon zijn hier niet meegenomen

Handhaving van de wet door de Arbeidsinspectie

De Arbeidsinspectie gaat nogal omzichtig om met het handhaven van de wettelijke verplichting om een behaaglijk binnenklimaat te creëren. Voor tijdelijke hittesituaties (minder dan 10% van de arbeidstijd) verwacht de Arbeidsinspectie wél dat de werkgever passende tijdelijke maatregelen neemt.

Met de op handen zijnde wetswijziging van arbowet en arbobesluit worden de mogelijkheden om voor een heet binnenklimaat een beroep op de Arbeidsinspectie te doen aanzienlijk ingeperkt.

Voor de volledige interne handhavingsinstructie van de Arbeidsinspectie, klik hier (pdf-dokument, 84kB)

Voor meer informatie over de kabinetsplannen en overhet alternatief van de vakbeweging: klik hier

Wat vindt FNV Bondgenoten ervan?

FNV Bondgenoten vindt dat veel werkgevers te makkelijk praten over het binnenklimaat. Niet alleen omdat een te warme werkplek sneller dan je denkt een gevaar voor de gezondheid is. Maar ook omdat de werkgever eigenlijk een dief van zijn eigen portemonnee is: werknemers zijn aanzienlijk minder productief als het te warm is op kantoor, en klanten kiezen liever een zaak waar het wél goed toeven is.

Kortom: werknemers hebben recht op een werkplek waar het binnenklimaat voldoende behaaglijk is.

Om dat te bereiken zijn helder normen nodig: bij welke temperaturen moet een werkgever maatregelen nemen om het klimaat weer behaaglijk te maken. En vanaf welke temperaturen treden (ernstige) gezondheidsrisico’s op.

In het schema hierboven zijn er al een aantal genoemd.

Bovenaan staan de ‘structurele’ oplossingen:

  • een goed geïsoleerd gebouw
  • een goede luchtbehandelings- en koelinstallatie
  • goede, zelf-regelbare zonwering en ventilatie
  • zonwerend glas
  • goed onderhoud van gebouw en installaties!

Als die aanpak niet voldoet (of nog niet mogelijk is) dan kan de toevlucht genomen worden tot maatregelen als:

  • korter werken
  • zo kort mogelijk aaneengesloten werken
  • pauzeren in koele ruimtes
  • aangepaste kleding
  • extra ventilatie
  • veel (sportdrank) drinken
  • airco huren

Bij temperaturen hoger dan 35 graden wordt zonder meer doorwerken echt gevaarlijk. Dan zijn de eerder genoemde aanvullende maatregelen hard nodig!

Er zijn allerhande instrumenten om het binnenklimaat te meten. Voor de normen die FNV Bondgenoten hanteert is een thermometer voldoende.

Verfijndere, maar ook duurdere en ingewikkeldere instrumenten zijn er ook.

Meer informatie en aanverwante onderwerpen