Daglicht op het werk: standpunt FNV Bondgenoten

0
knop1_vgwm-8201364

‘Het recht op daglicht is sterker geworden in het Arbobesluit’ stelden de achtereenvolgende staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Linschoten en De Grave. Plaats van handeling was de Tweede Kamer. In de tweede helft van de jaren negentig werd het nieuwe Arbobesluit verdedigd.
Indertijd werd het recht op uitzicht geschrapt uit de wet en aan het recht op daglicht werd een redelijkerwijs-clausule toegevoegd. Deze bepaling was echter volgens de bewindslieden minder zwaar dan de uitzonderingsbepalingen van de vroegere Veiligheidsbesluiten.

Volgens het huidige Arbobesluit heeft een werknemer die langer dan twee uur per dag ergens werkzaam is recht op daglicht. Het besluit schrijft voor hoe groot de lichtopeningen in de werkruimte moeten zijn. Toch zijn verschillende uitzonderingsbepalingen van kracht:

  • de aard van het werk moet daglicht kunnen verdragen (dit geldt bijvoorbeeld voor werken in een foto-ontwikkelcentrale)
  • de kosten verbonden aan de schade voor de gezondheid moeten opwegen tegen de kosten voor het aanbrengen van ramen
  • daglicht dat binnentreedt via een andere ruimte is ook toegestaan (bijvoorbeeld als het daglicht binnentreedt via een serre of een atrium).

Ondanks deze wettelijke bepaling werken veel Nederlanders zonder (voldoende) daglicht. Verschillende onderzoeken komen uit op ongeveer tien procent van de werkende bevolking. Daarvan vindt de helft het ontbreken van daglicht een probleem.
Er is een tendens dat er méér zonder daglicht wordt gewerkt. Deze trend heeft onder andere te maken met het ‘compact bouwen’ dat momenteel in zwang is. Bedrijven proberen op bepaalde dure locaties zo weinig mogelijk ruimte in beslag te nemen. Ook het ondergronds werken komt meer in zwang, bijvoorbeeld in de vorm van ondergrondse winkelcentra. Andere argumenten om het daglicht te weren zijn temperatuurregeling, beveiliging en eisen aan de inrichting (bijvoorbeeld in de vorm van een winkelformule).

Daglicht echt belangrijk?

Volgens de vastgoed-lobby in Nederland zijn eisen aan de werkomgeving overbodig. Ook de Arbeidsinspectie loopt niet warm voor handhaving van het recht op daglicht. Het argument is dat er maar heel weinig klachten zijn over het ontbreken van daglicht. Het onderwerp ‘leeft’ niet echt, zo wordt gezegd. Deze constatering is in tegenspraak met eerder aangehaald onderzoek waaruit blijkt dat meer dan de helft van de werknemers zonder daglicht dit als een probleem ervaart. Kennelijk is gebrek aan daglicht een latent probleem, dat naar voren komt als er naar wordt gevraagd. Dit blijkt ook uit de verzoeken om advies aan het VGWM-team van FNV Bondgenoten. Gemiddeld één keer in de twee à drie weken krijgen de adviseurs van FNV Bondgenoten een vraag over dit onderwerp op het bordje. Voorbeelden van recente kwesties:

‘Ik werk in een kantoortuin met vrij grote ramen. Nu wil de directie de ruimte splitsen in drie delen. Slechts een deel van deze ruimte bevindt zich aan de buitenkant van het gebouw met de ramen. De andere ruimtes worden inpandig en staan via een tussen-raam in contact met de ruimte aan de buitenkant. Mag dit volgens de wet?’

‘Onze fabriek krijgt een nieuwe bijgebouw. De bouwtekeningen zijn al klaar. Maar dit bijgebouw krijgt geen ramen. Wat kunnen we hier tegen doen?’

‘In ons warenhuis is er elk jaar kerstmarkt op de benedenverdieping. Ik werk elk jaar gedurende zes weken met kerstverlichting. Mag dit zomaar?’

De overeenkomst in deze kwesties is dat het allemaal zaken zijn waarbij een verslechtering aan de orde is. Een tweede overeenkomst is dat al deze problemen moeilijk zijn aan te pakken met de huidige wetgeving. In het eerste voorbeeld is het bijvoorbeeld uitermate lastig om het verschil aan te tonen van een inpandige ruimte met een tussenraam met een ruimte die is gelegen aan een serre.

Daglicht in winkelcentra

In 1998 heeft FNV Bondgenoten ongeveer 150 werknemers benaderd in winkelcentra. Eénderde gaf aan in een winkel te werken waar helemaal geen daglicht binnenkomt. Een even groot aantal werknemers zei dat er op de werkplek nauwelijks daglicht naar binnentreedt. Ook wat de kantines betreft is het niet best gesteld: één op de twee werknemers moet het in de pauze zonder daglicht stellen. Voor dertien winkels heeft FNV Bondgenoten in 1998 aan een lichtarchitect gevraagd om een globaal bouwtechnisch onderzoek te doen. Bij zeven van dertien was daglicht makkelijk te realiseren, bij drie winkels zou het een dure grap worden en bij twee was daglicht vanwege de bouwkundige situatie niet mogelijk. FNV Bondgenoten kon niet anders dan concluderen dat in veel gevallen er geen financiële belemmeringen zijn om daglicht te realiseren. Met andere woorden, volgens het redelijkerwijs-criterium in het Arbobesluit is er geen reden om daglicht niet toe te laten. De bond stapte naar de Arbeidsinspectie en verzocht om naleving van het Arbobesluit.

Het overleg met de Arbeidsinspectie verliep buitengewoon moeizaam en traag. Uiteindelijk werd besloten om een gezamenlijk onderzoek naar de betreffende winkellocaties te laten doen. Dit onderzoek – onder eindredactie van de Arbeidsinspectie – is op 18 december gepresenteerd.

De conclusies van de Arbeidsinspectie

Het onderzoek van de Arbeidsinspectie heeft betrekking op in totaal acht winkelbedrijven en zes overige locaties. Ook werd de kantine beoordeeld op daglicht. Een aantal bevindingen uit het rapport:

  • bij alle bezochte winkelbedrijven voldoen de verkoopafdelingen niet aan de daglichtnorm die in het Arbobesluit is gesteld
  • de helt van de onderzochte kantines beschikken niet over voldoende daglicht, maar het is toegestaan de middagpauze buiten het winkelcentrum door te brengen, dit geldt niet voor de koffie- en theepauze
  • in de magazijnruimten bij zes winkelbedrijven ontbreekt daglicht, maar hier wordt slechts incidenteel gewerkt wanneer goederen in ontvangst worden genomen.

De Arbeidsinspectie concludeert dat door FNV Bondgenoten terecht is vastgesteld dat de onderzochte winkels niet voldoen aan de daglichtnorm in het Arbobesluit. Anderzijds wordt gesteld dat werknemers veelvuldig contact hebben met klanten en dat het ontbreken van daglicht als minder belastend wordt gezien. De Arbeidsinspectie meent derhalve dat er geen reden is om de daglichtnorm te handhaven.

De beleidsregel daglicht

Een beleidsregel is een nadere uitwerking van bepalingen van het Arbobesluit. Bijvoorbeeld in het Arbobesluit staat dat voldoende doelmatige zitgelegenheid voorhanden moet zijn; de beleidsregel geeft vervolgens de NEN- of ISO-norm waaraan stoelen moeten voldoen om in aanmerking tot komen voor het predikaat ‘doelmatig’.
De beleidsregel daglicht is pas recent van kracht geworden (december 1999) en vermeldt onder andere dat het ontbreken van daglicht minder zwaar weegt als men veel contacten met klanten heeft. Deze bepaling kwam reeds eerder voor in de vroegere veiligheidsbesluiten, maar had toen betrekking op het recht op uitzicht. Dat is ook logisch. Het recht op uitzicht had betrekking op gevoelens van geïsoleerd zijn en contact met de buitenwereld. Als uitzicht afwezig is kan men toch enigszins weten wat er buiten speelt door veelvuldig contact met klanten. Naar de mening van FNV Bondgenoten heeft contact met klanten totaal gen relatie met het ontbreken van daglicht op het werk. Het ontbreken van daglicht is veel meer een fysiologisch dan een sociaal probleem.

Een ander probleem is dat deze beleidsregel geen uitwerking geeft van bepalingen in het Arbobesluit, maar aanvullende criteria stelt. In die zin past deze beleidsregel niet binnen de systematiek van de arbo-wetgeving.

Standpunt FNV Bondgenoten

Het onderzoek in de winkelcentra en de nieuwe beleidsregel laten zien dat het wettelijk recht op daglicht op het werk feitelijk een wassen neus is. Er zijn zoveel uitzonderingsbepalingen dat het geen zin heeft om de Arbeidsinspectie om naleving van de wet te vragen, als de inspectiedienst überhaupt al gemotiveerd zou zijn om dit probleem aan te pakken.
Dat vindt FNV Bondgenoten een laakbare zaak. Wetgeving rond arbeidsomstandigheden moet meer zijn dan een gratuite stellingname die verder geen enkele consequentie heeft. En het recht op daglicht is te belangrijk voor de gezondheid en het welzijn van veel werknemers. Een aspect als ‘veelvuldig contact met klanten’ biedt voor dit risico geen enkele compensatie.

FNV Bondgenoten vraagt, via de politiek en de media, aan het Ministerie van SZW om de daglichtnorm in het Arbobesluit eindelijk serieus te gaan handhaven.