Cijfers over daglicht op het werk

0

Laatste update: 15/12/00

De bepalingen over daglicht in de arbowet hebben betrekking op mensen die binnen plaatsgebonden arbeid verrichten. Het blijkt dat 5,3 miljoen werknemers voor het grootste deel van de tijd binnen werken en dat iets meer dan 5 miljoen werknemers voor hun werk overwegend aan één plek zijn gebonden.
Tien procent van deze werknemers beschikt over onvoldoende daglicht bij het werk. Het licht komt dan binnen via een dakkoepel, een bovenraampje of de gang. Daarnaast heeft vijf procent van deze werknemers geheel géén daglicht op het werk. Dat zijn 260.000 mensen.

Uitzicht

Een groter aantal werknemers beschikt over onvoldoende of geheel geen uitzicht van de werkplek. Ruim vijftien procent van de betrokken werknemers beoordeelt het uitzicht als onvoldoende. Daarnaast heeft iets minder dan één op de tien werknemers in het geheel geen uitzicht. Dit betreft dan respectievelijk bijna 800.00 en 450.000 werknemers.

Het afwezig zijn van goede voorzieningen op het gebied van daglicht en uitzicht speelt in alle bedrijfstakken. Naar verhouding scoren de handel en de industrie het slechtst. En het euvel komt vaker voor bij lage dan bij hogere functies. Van de mensen die in een dergelijke situatie verkeren noemt meer dan de helft dit enigszins bezwaarlijk. Één op de tien spreekt zelfs van een zeer bezwaarlijke situatie. Dit zijn iets minder dan 150.000 werknemers. De bezwaren nemen toe wanneer daglicht en uitzicht op het werk geheel afwezig is.

Factoren waardoor de omstandigheden minder bezwaarlijk worden gevonden hebben te maken met leeftijd en dienstverband. Jongeren onder 25 jaar en mensen die minder dan 20 uur per week werken spreken relatief minder vaak van een bezwaarlijke situatie.

uit: Uitzicht in ander daglicht, Jan Warning en Coen van Rij, Industriebond FNV en FNV Dienstenbond, Woerden 1997.