Arbosite FNV Bondgenoten: Persbericht SZW

0

(persbericht 01/217 SZW d.d. 17 december 2001)

Binnen vier jaar moet handeczeem bij kappers, het zogenaamde ‘kapperseczeem’, met 40 procent zijn teruggebracht. Dit betekent een vermindering van het aantal klachten van 5600 naar 3300. Daarnaast wil de branche dat het aantal kappers dat voor het eerst eczeem krijgt in 2005 met 50 procent is afgenomen. In dezelfde periode wil de branche RSI en rugklachten verminderen met minstens 25 procent. Dit moet bijdragen aan de daling van het ziekteverzuim met 15 procent en een vermindering van de instroom in de WAO en de WAZ (de arbeidsongeschiktheidsregeling voor zelfstandigen) met 25 procent.

Dit staat in het convenant voor de kappersbranche dat is ondertekend door staatssecretaris Hoogervorst van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en vertegenwoordigers van de Koninklijke Algemene Nederlandse Kappersorganisatie (ANKO), de Kappersbond FNV/FNV Schoonheidsverzorging en de CNV BedrijvenBond. In totaal wordt 23,6 miljoen gulden in het convenant geïnvesteerd. Het grootste deel hiervan, 18,6 miljoen gulden, is opgebracht door de sociale partners. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid draagt 5 miljoen gulden bij. In de kappersbranche zijn ongeveer 37.000 mensen werkzaam. Het convenant heeft een duur van vier jaar. Een aantal activiteiten hebben nog een uitloop tot twee jaar na afloop van het convenant. De sociale partners ronden deze af.

Om kapperseczeem te verminderen, heeft de branche onder andere afgesproken dat kappers en leerlingen niet langer dan 30 minuten per uur met natte handen mogen werken. Ook gaan kappers het haar van een klant pas verven, als het is geknipt. Op die manier wordt voorkomen dat kappers lang aan vochtig en net geverfd haar worden blootgesteld. Kappers die als kind eczeem hadden, lopen een veel groter risico om kapperseczeem te krijgen. Voortaan zullen leerlingen die aan de opleiding tot kapper willen beginnen hierover worden voorgelicht. Tot slot zullen aan de producten waarmee kappers werken nieuwe eisen worden gesteld, waardoor de blootstelling aan stoffen die eczeem kunnen opwekken, wordt verminderd.

Aan terugdringen van lichamelijke belasting wordt onder andere bijgedragen door de ontwikkeling van een keurmerk voor goed vormgegeven kappersmaterialen, zoals scharen, föhns en wasbakken. Daarnaast worden op basis van onderzoek richtlijnen ontwikkeld voor manieren van werken die minder belastend zijn voor polsen, nek, schouders en rug. Veranderingen in de organisatie van het werk moeten de lichamelijke belasting ook verminderen. Zo gaan kappers om de twee uur minimaal tien minuten pauzeren, bovendien is afgesproken dat ze na ieder uur vijf minuten andere werkhoudingen moeten aannemen, bijvoorbeeld door een andere taak te verrichten.

Verder is er een aantal afspraken op brancheniveau gemaakt, die het voor een kleine, individuele kapperszaak gemakkelijker maken om de oorzaken van ziekteverzuim en de WAO en WAZ-instroom terug te dringen. Voor de branche wordt een registratiesysteem voor ziekteverzuim ontwikkeld, aan de hand waarvan een individuele kapper zich kan vergelijken met andere kappers binnen de sector.