NVVP | Nieuwsbrieven

0

Vraag en antwoord
Uit de Q&A-lijst over de generalistische basis-GGZ

Q: Als ik geen contract heb met een zorgverzekeraar voor de generalistische basis-GGZ (gb-GGZ), maar wel voor de gespecialiseerde GGZ (g-GGZ), mag ik dan zorg uit de gb-GGZ via de restitutieoptie van de naturapolis in rekening brengen?

A: Ja. De zorgaanbieder die wel een g-GGZ-contract heeft, maar geen gb-GGZ-contract, mag de gb-GGZ-zorg via de restitutieoptie declareren (via de verzekerde). Voorwaarde is uiteraard wel dat de zorg geïndiceerd is voor een van de prestaties in de gb-GGZ. (bron VWS Q&A)

NVVP-bureau uitgebreid met twee beleidsmedewerkers
Nog betere bewaking van diverse dossiers

Het bureau van de NVVP wordt op 1 november uitgebreid met een nieuwe beleidsmedewerker. Haar naam is mw. drs. Suzanne Stomp en zij zal Annemarie van der Meer gaan vervangen tijdens haar naderende zwangerschapsverlof. Tot eind januari wordt zij ingewerkt in de diverse dossiers die Annemarie onder haar hoede heeft.

Daarnaast treedt mw. mr. Claudia Compier op 1 december aan als extra beleidsmedewerker. Die uitbreiding van het bureau is nodig gebleken nu het aantal dossiers zich uitbreidt en de overleggen talrijker en intensiever worden.

De nieuwe medewerkers zijn geselecteerd uit een veelheid aan kandidaten die zich tijdens de sollicitatieperiode hebben gemeld. We zijn blij met deze uitbreiding en kijken uit naar de samenwerking met hen!

Oproep: deelname project vermindering administratieve lasten
NVVP zoekt tweedelijns vrijgevestigde praktijk in het midden van het land

In het kader van het Bestuurlijk Akkoord zijn wij nog op zoek naar een tweedelijns vrijgevestigde praktijk die wil participeren in het project ter vermindering van de administratieve lasten in de GGZ. Van deelnemers wordt verwacht inzage te geven in hun boekhouding, die dus op orde moet zijn en gedetailleerd. Uiteraard wordt er door het onderzoeksbureau een geheimhoudingsverklaring ondertekend.
In verband met de reistijd is het handig als het om praktijken gaat in het midden van het land. Belangstellenden kunnen zich melden via [email protected].
 

Algemene ledenvergadering op 20 november 2013
Speciaal thema: e-mental health in de vrijgevestigde praktijk

Op woensdag 20 november vindt van 19.00 tot 21.00 uur de najaarsledenvergadering van de NVVP plaats in het Beatrixgebouw van de Jaarbeurs te Utrecht. De agenda met bijlagen is deze week aan alle leden gezonden en gepubliceerd op Mijn NVVP.

Het speciale thema van deze ledenvergadering is e-mental health. Michael Milo, gz-psycholoog en adviseur van www.e-hulp.nl, een kennis- en adviescentrum op het terrein van e-(mental) health, zal van 19.00 – 19.30 uur een toelichting geven op het thema. De stichting gaat de NVVP bijstaan bij het informeren van leden over de mogelijkheden en kosten van e-mental health in de vrijgevestigde praktijk. NVVP-leden worden uitgenodigd te participeren in een pilot waarbij ervaring wordt opgedaan met een aantal e-health-toepassingen.
Op Mijn NVVP is een item geplaatst met de meest recente informatie over dit onderwerp. De NVVP wil haar leden waar mogelijk informeren en faciliteren bij het gebruik van blended toepassingen van e-mental health, een mengvorm van face-to-face- en onlinebehandelingen.

Minister Schippers heeft recentelijk aangekondigd ervoor te zorgen dat er in het zorgsysteem geen regels zijn die het gebruik van e-health belemmeren. Zo dient er bijvoorbeeld ruimte te zijn in de bekostiging van e-health en mag wet- en regelgeving niet beperkend werken.

Evaluatie onder gebruikers voor doorontwikkeling ROM-portal
ROM-data relevant voor taal voor kwaliteit vrijgevestigden

Dit najaar wordt de NVVP ROM-portal geëvalueerd onder alle ROM’ende NVVP-leden. Zij ontvangen de enquête medio november. De uitkomsten van de evaluatie worden betrokken bij de doorontwikkeling en verbetering van de ROM-portal.

Voor 2014 wil de ROM-commissie van de NVVP samen met bestuur en bureau een stap verder zetten in de ontwikkeling van een taal voor kwaliteit. Zo zal er een gesprek plaatsvinden met ROM-wetenschapper Kim de Jong en met Anton Hafkenscheid, klinisch psycholoog-psychotherapeut, die zich al enige jaren op kritische en constructieve wijze bezighoudt met de diverse toepassingen van ROM en hier met regelmaat over publiceert in de diverse vakbladen. Uiteindelijk wil het bestuur komen tot een concrete onderzoeksvraag die uitgezet kan worden op basis van de ROM-data in de NVVP-portal. In de portal zijn inmiddels vanaf 1 januari 2011 ROM-data verzameld van 900 NVVP-leden.

Taal voor kwaliteit

Met deelname aan de ROM-portal van de NVVP dragen leden bij aan de taal voor kwaliteit die de NVVP specifiek voor vrijgevestigden ontwikkelt. Daarbij is het van belang om data te verzamelen van een zo groot mogelijke groep vrijgevestigden. De NVVP roept haar nog niet ROM’ende leden dan ook op om zich aan te sluiten bij de NVVP ROM-portal. Leden voldoen daarmee tevens aan de ROM-eis van de meeste verzekeraars. De meeste zorgverzekeraars honoreren deelname aan de NVVP ROM-portal opnieuw met een extra percentage.

In het kader van het Bestuurlijk Akkoord is afgesproken dat vrijgevestigden vanaf 1 januari 2014 ROM-data gaan aanleveren aan de Stichting Benchmark GGZ (SBG). In dit kader overlegt de NVVP met SBG en alle betrokken partners uit het bestuurlijk akkoord over aansluiting van de NVVP ROM-portal op SBG en onder welke condities/voorwaarden er benchmarkinformatie beschikbaar komt. Hiervoor ontwikkelt de NVVP met alle partijen in het bestuurlijk akkoord een implementatieplan, zodat per 1 januari 2014 ROM-gegevens kunnen worden ingeladen in SBG.

Nieuw: documenten psychotherapie-opleiding in vrijgevestigde praktijk
Benodigde informatie nu overzichtelijk gebundeld

Zoals u weet hecht de NVVP veel waarde aan het realiseren van opleidingsplaatsen bij vrijgevestigden. Daarom heeft de NVVP de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in een adequaat contact met de opleidingsinstellingen. Dit heeft geresulteerd in een werkgroep ‘opleidingsplaatsen vrijgevestigden’ waarin zowel de NVVP als het HoofdCoordinatorenOverleg Psychotherapeut (HCO Pt) participeert. Die vruchtbare samenwerking heeft nu geresulteerd in een viertal documenten:

– een handleiding voor opleiders – een standaard leerarbeidsovereenkomst opleider-opleideling

– een standaard-overeenkomst van opdracht (freelance constructie) opleider – opleideling

– een handleiding voor opleidelingen.

Met deze documenten hoopt de NVVP samen met de opleidingsinstellingen (RINO’s en SPON) vrijgevestigden te faciliteren in het creëren van een opleidingsplek in de vrijgevestigde praktijk. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de documenten, waarna ze in de loop van november aan NVVP-leden beschikbaar worden gesteld. Zodra de documenten gereed zijn, zenden wij de leden deze per e-mail toe en worden ze gepubliceerd op Mijn NVVP.

Minister stelt regels behandeling meldingen bij de IGZ vast
Disfunctioneren ook op agenda bestuur NVVP

De minister heeft onlangs regels vastgesteld op basis waarvan de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) meldingen over calamiteiten in de zorg kan onderzoeken. Zorgaanbieders in Nederland zijn wettelijk verantwoordelijk voor kwalitatief goede en veilige zorg. De Inspectie houdt hierop nauwlettend toezicht en grijpt in als een zorgaanbieder de veiligheid van zorg onvoldoende kan waarborgen. Meldingen van zorgaanbieders zijn hiervoor een belangrijke informatiebron. Zorgaanbieders zijn verplicht om bepaalde incidenten te melden bij de inspectie. De regels en procedures voor meldingen door zorgaanbieders zijn omschreven in de Leidraad meldingen IGZ 2013.

Het NVVP-bestuur beraadt zich op een richtlijn die leden kunnen gebruiken bij een vermoeden van het structureel disfunctioneren van een collega. De beroepscode verplicht GGZ-zorgaanbieders namelijk om hier actief in te staan, in eerste instantie door de betreffende collega erop aan te spreken en indien dit geen baat heeft, door vervolgens melding te doen bij de Inspectie. Daarbij kan de eerdergenoemde leidraad worden gebruikt. De NVVP wil haar leden bijstaan in dit ethisch lastige traject door het opstellen van een stappenplan dat behulpzaam kan zijn bij de overwegingen. Daarnaast overweegt het bestuur om coaching aan te bieden aan leden die (dreigen te) disfunctioneren. Het stappenplan zal naar verwachting in de loop van 2014 aan de leden worden voorgelegd.

Aanbevelingen CVZ integraal overgenomen in basispakket 2014
NVVP acht schrappen in beproefde interventies niet acceptabel

Op 25 oktober stuurde minister Schippers een brief aan de Eerste Kamer in reactie op de conclusies en aanbevelingen uit het advies geneeskundige GGZ deel 1 en 2, van het College voor Zorgverzekeringen (CVZ). In deze brief stelt de minister zich achter de visie van het CVZ, ook waar het gaat om het beperken van psychotherapeutische interventiemethodieken die voor vergoeding in aanmerking komen. De NVVP acht het niet acceptabel dat het CVZ naar believen de streep kan halen door een aantal van deze beproefde technieken. Alleen al de suggestie dat GGZ-professionals daarmee zijn onder te verdelen in therapeuten met en zonder zogenaamde specifieke evidence-based methodieken, kan voor de NVVP niet door de beugel. Veel psychotherapeuten werken integratief en passen verschillende methodieken toe die zij in hun opleiding en nascholing hebben geleerd. Het kan dan ook niet zo zijn dat het CVZ daaruit eigenhandig een selectie van interventies samenstelt die voor vergoeding in aanmerking komen. De technieken komen immers uit academische scholen en zijn beproefd. Evidence dat psychotherapie werkt, gaat slechts zeer ten dele over de toegepaste techniek en meer over de psychotherapeutische relatie. De NVVP houdt vast aan haar opstelling dat het schrappen in de DSM en het schrappen in interventies de eigen verantwoordelijkheid en professionaliteit van psychotherapeuten ernstig ondermijnt, ook als dat door het CVZ gebeurt.

Voorts schrijft de minister in haar brief dat geïndiceerde preventie van depressie, paniek en angst, en problematisch alcoholgebruik per 2014 alleen nog tot het verzekerde pakket behoren indien uitgevoerd door de huisarts of de POH-GGZ. Aanpassingsstoornissen zijn vanaf 1 januari 2012 al geen verzekerde zorg meer en blijven dat in ieder geval tot er adequate richtlijnen of standaarden voor zijn ontwikkeld. In verband daarmee heeft de NZa inmiddels een aparte prestatiebeschrijving gemaakt voor kindermisbruik/mishandeling. Wat betreft de verwijzing naar de generalistische basis-GGZ (gb-GGZ) en de gespecialiseerde GGZ (g-GGZ) biedt de Zvw de ruimte om rechtstreeks vanuit de gb-GGZ naar de g-GGZ te verwijzen. Zorgverzekeraars volgen daarin echter het CVZ-advies dat de huisarts altijd de verwijzer dient te zijn, ook waar het gaat om de schakel tussen gb- en g-GGZ. De minister vindt een goede informatievoorziening naar de huisarts van groot belang. De NVVP tekent daarbij aan dat de patiënt daar altijd vooraf toestemming voor moet geven.

Zoals bekend zal de minister de ontwikkelingen van de gb-GGZ monitoren, waarbij zij er tevens op zal toezien hoe de bekostigingstitels in de praktijk worden toegepast. De monitor start al in oktober en zal twee jaar lopen. Zij meldt het CVZ om advies te vragen over een toekomstige specificatie van het onderscheid tussen de gb- en g-GGZ. Het onderscheid tussen beide echelons is nu alleen nog te halen uit de regelgeving die de NZa heeft opgesteld. Deze documenten zijn te vinden op Mijn NVVP.

De minister erkent de insteek van het CVZ dat zorgverzekeraars een verantwoordelijkheid hebben bij het bevorderen van gepast gebruik van zorg. Dat wil zeggen dat zij bij contractering extra aandacht besteden aan kwaliteit, doelmatigheid en verantwoording. Daar volgt voor het CVZ uit dat zorgaanbieders transparant moeten zijn in de door hen geleverde zorg en dat zorgverzekeraars materiële controles uitvoeren. In dat kader zal meer informatie op de factuur komen te staan die voor de patiënt te begrijpen is. De diagnosevermelding in de gb-GGZ  zal pas in 2015 worden toegepast vanwege toetsing door het CBP.

Tot slot wijst de minister op de ontwikkeling van kwaliteitsstandaarden voor de GGZ waarbij ook huisartsen worden betrokken, en op het onderzoek dat het CVZ is gestart over de mogelijke toekomstige gevolgen van invoering van de DSM-5.
Voor wie interesse heeft in de manier waarop het CVZ het verzekerde zorgpakket beheert, kan zich verdiepen in deze publicatie.

VWS publiceert lijst met Q&A’s over generalistische basis-GGZ
NVVP-stroomdiagram voor verwijzers binnenkort beschikbaar

Het ministerie van VWS heeft een lijst met veelgestelde vragen en antwoorden over de generalistische basis-GGZ gepubliceerd. Op Mijn NVVP, het besloten ledendeel van de NVVP-site, is alle bekende informatie te vinden over de generalistische basis-GGZ (gb-GGZ) en de gespecialiseerde GGZ (g-GGZ) die per 2014 hun intrede doen. De NVVP past een dezer dagen het stroomdiagram voor verwijzing naar de gb- en g-GGZ aan voor met name huisartsen en de POH-GGZ. Zodra het klaar is wordt het aan alle leden gezonden en op de NVVP-site geplaatst. Op Mijn NVVP staat onder de betreffende items over de gb-GGZ en de g-GGZ alle formele regelgeving die met ingang van 1 januari 2014 van kracht is.

Binnenkort gaat de informatieve website www.invoeringbasisggz.nl online, die is opgezet door VWS en mede is samengesteld op basis van informatie van de GGZ-branchepartijen.

Huisarts krijgt centrale positie in de GGZ
NHG publiceert boek over stepped-care-behandeling in huisartsenpraktijk

Zoals bekend worden de positie van de huisarts en van de praktijkondersteuner-GGZ (POH-GGZ) vanaf 2014 versterkt. Dit betekent dat er meer geld beschikbaar komt voor de POH-GGZ. In 2013 is het aantal uren verhoogd van 4,5 naar 9 uur per week, in de komende jaren wordt dit verder uitgebreid. De huisarts krijgt ook de mogelijkheid om begeleiding via internet te bieden en om een consulent-psychiater of -psycholoog in te zetten. De huisarts verwijst naar de generalistische basis-GGZ en naar de gespecialiseerde GGZ. Hij kan naar de generalistische basis-GGZ verwijzen als er sprake is van een stoornis volgens de DSM-criteria en als de benodigde zorg meer behelst dan de huisarts kan bieden.

In december publiceert het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) het boek Protocollaire GGZ, waarin de taken van de POH GGZ bij de begeleiding van patiënten met psychische klachten zijn uitgewerkt. Het boek geeft vorm aan de stepped-care-behandeling in de huisartsenpraktijk. Om goed te kunnen inspelen op alle veranderingen die op komst zijn, heeft het NHG de GGZ aangewezen tot een van de speerpunten voor 2014.

Jeugdwet: NVVP hoopt nog op common sense van Eerste Kamer
CBP uit bezorgdheid over waarborging van privacy

Ondanks de dringende en aanhoudende protesten en een gezamenlijke petitie vanuit het GGZ-veld, stemde de Tweede Kamer op 17 oktober alsnog in met de Jeugdwet, inclusief het onderdeel jeugd-GGZ. De NVVP heeft zich ruim twee jaar tegen de transitie van de jeugd-GGZ naar de gemeenten verzet en de Kamerleden met vele factsheets willen wijzen op het gevaar ervan voor kinderen en jeugdigen met psychische problemen. Alle pijlen zijn nu gericht op de leden van de Eerste Kamer; de komende tijd zal de lobby van de NVVP daarop zijn gericht. De NVVP heeft op 31 oktober een factsheet naar de Eerste Kamer gezonden waarin alle kritische kanttekeningen wederom voor het voetlicht komen. De behandeling van de ontwerp-Jeugdwet door de Eerste Kamer kan nog wel even op zich laten wachten, zo hebben wij vernomen. Dat kan gevolgen hebben, omdat de wet formeel pas een jaar na publicatie in de Staatscourant in werking kan treden.

‘Privacyrisico als taken naar gemeente gaan’

Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) maakt zich zorgen over de overheveling van taken van provincie en Rijk naar gemeenten. Met name als het gaat om de jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen is niet goed uitgewerkt hoe de privacy gewaarborgd kan worden, aldus het CBP. Dat levert volgens de instantie ernstige risico’s op voor de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen. Het college heeft daarover een brief gestuurd aan minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken. Volgens de privacytoezichthouder zitten er risico’s aan het ‘bovenmatig delen van persoonsgegevens, het gebruiken van de gegevens voor een doel dat niet verenigbaar is met het oorspronkelijke doel waarvoor zij zijn verzameld en de beveiliging’.

Bovendien dreigt volstrekte ondoorzichtigheid, zo stelt het college, ‘waardoor het noch voor burgers noch voor de overheid zelf inzichtelijk is wie welke gegevens verzamelt en gebruikt en met welk doel dat gebeurt’. Dit geluid werd de laatste weken ook steeds vaker vanuit de regio gehoord, waar gemeenten hun jeugdzorgbeleid aan het vormgeven zijn.

K&J-nieuwsbrief en informatie op Mijn NVVP

In de K&J-nieuwsbrief die onlangs aan de leden van de NVVP is gezonden, staat informatie over de totstandkoming van het besluit van de Tweede Kamer, als ook over de transitiearrangementen die eind oktober in de diverse gemeenten worden beklonken. In een interview vertellen twee leden hoe zij zich profileren binnen hun regio en gemeenten. De K&J-nieuwsbrieven zijn gepubliceerd op Mijn NVVP, naast vele andere informatieve documenten die voor kinder- en jeugdpsychologen en –psychotherapeuten van belang zijn.

NVVP geeft antwoord op veelgestelde vragen zorgcontracten
Nieuw: meldpunt voor problemen rond contractering

De afgelopen weken ontvingen we zeer veel vragen over de contracten van de diverse zorgverzekeraars. Om die reden hebben we een Q&A-lijst opgesteld, waarin het antwoord op vele vragen is te vinden. De lijst is aan de leden gezonden en gepubliceerd op Mijn NVVP.
Daarnaast stelt de NVVP jaarlijks een handzaam overzicht samen van zorgcontracten. Dat is ook dit jaar het geval. De laatste stand van zaken is dat Achmea op 25 oktober het zorginkoopbeleid voor vrijgevestigden publiceerde en vanaf 22 november start met het digitale contracteringsproces. Multizorg heeft het zorginkoopbeleid al online gepubliceerd; vanaf 11 november start naar verwachting het digitale contracteringsproces. En De Friesland zet het zorginkoopbeleid in de eerste week van november online, waarmee ook het digitale contracteringsproces van start gaat. Deze informatie is reeds aan het NVVP-overzicht toegevoegd.

Bevoorschotting in de generalistische basis-GGZ Aangezien de ontwikkeling van de software voor de generalistische basis-GGZ (gb-GGZ) nog niet is afgerond en het daardoor niet mogelijk is om met ingang van 1 januari 2014 in de gb-GGZ te declareren, hebben de LVE en de NVVP zich sterk gemaakt voor een bevoorschottingsregeling. Zorgverzekeraars zijn hiertoe bereid gevonden onder de volgende condities:

de basisvoorwaarden voor bevoorschotting in 2014 van zorgaanbieders in de gb-GGZ betreffen een maximum van 90% van het omzetplafond en een mimimum-omzetplafond van € 5000. Uiteraard moet er wel een overeenkomst voor de gb-GGZ zijn gesloten. Zorgverzekeraars kunnen er zelf nog voorwaarden aan toevoegen.

Menzis

Addendum bij contract voor psychiaters

Het addendum bij het Menzis-contract 2014 voor vrijgevestigde psychiaters is na overleg met de NVVP hierover door Menzis nu ook van toepassing verklaard voor de vrijgevestigde psychotherapeut en klinisch psycholoog. Daarmee zijn enkele voorwaarden in het contract genuanceerd.

Vergoeding NAO-stoornissen

De NVVP heeft Menzis meerdere malen aangesproken op het feit dat de verzekeraar afwijkt van het basispakket in de Zorgverzekeringswet. Helaas heeft dit er niet toe geleid dat Menzis zijn inkoopbeleid correct heeft aangepast. De NVVP heeft hier dan ook melding van gemaakt bij het Meldpunt contractering zorg onder leiding van VWS en de NZa.   Het gaat om het volgende: Menzis sluit diagnoses NAO uit van verzekerde zorg en beschouwt deze veelal als subklinische stoornissen. Dit is een schadelijke denkfout. Immers, NAO-stoornissen zijn stoornissen. Waarom zouden zij anders in de DSM-IV als stoornis genoemd worden?! Menzis voegt een begrip als subklinische stoornis toe en aldus ontstaan er in de visie van Menzis klinische en subklinische NAO’s. Met de aanpassing van de structuur van de DSM-IV zou Menzis een onwerkbare situatie creëren. Bovendien blijft het een hardnekkig misverstand te veronderstellen dat een NAO-stoornis in alle gevallen een mildere variant is van de groep stoornissen waar deze deel van uitmaakt.

Ook gaat Menzis hiermee op de stoel van de pakketbeheerder zitten. Voor aanspraak op vergoeding van geneeskundige zorg is een stoornis vereist; leidend hierin is de DSM-IV. Tenzij uitdrukkelijk uitgesloten (zoals de aanpassingsstoornis) heeft de patiënt recht op vergoeding van behandeling van stoornissen, inclusief de NAO-stoornissen. Zie ook de FAQ’s van Menzis, vraag 23.

Client-centered psychotherapie
Er is recentelijk onduidelijkheid ontstaan onder leden doordat Menzis communiceerde dat client-centered psychotherapie geen verzekerde zorg zou zijn. Menzis betrok deze stelling, omdat client-centered therapy noch op de positieve lijst noch op de negatieve lijst van het CVZ voorkomt. De NVVP was gechoqueerd over dit standpunt, omdat client-centered therapy tot een van de vier psychotherapeutische hoofdstromen behoort. De NVVP heeft hierover contact gezocht met Menzis. Menzis gaf aan dat dit standpunt inderdaad te boud is en dat het ontbreken van client-centered therapy op zowel de positieve als de negatieve lijst van het CVZ niet hoeft te betekenen dat het geen verzekerde zorg zou zijn. Voor de NVVP is de zaak hiermee afgedaan omdat volstrekt duidelijk is dat een mainstream-methode als de client-centered psychotherapie tot de meest basale behandelmethoden en daarmee tot de verzekerde zorg behoort.

Instellingen artikel 14 WTZi en gespecialiseerde GGZ De NVVP heeft onlangs juridisch laten onderzoeken of Menzis in zijn recht staat met de stelling dat een instelling art. 14 Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) geen gespecialiseerde GGZ kan bieden. Volgens de WTZi bestaan er verschillende soorten instellingen (art. 1 en art. 14) die bepalen of men een toelating moet aanvragen of dat men moet/mag veronderstellen dat men een instelling is. De minister heeft aangegeven wie  de hoofdbehandelaren mogen zijn in de GGGZ. Daarnaast heeft de minister te kennen gegeven dat ook vrijgevestigde klinisch (neuro)psychologen, psychotherapeuten (en psychiaters) deze zorg kunnen bieden. Menzis mag de terminologie van de WTZi (medisch specialistische zorg) niet verwarren met de term gespecialiseerde GGZ. Dit is nimmer de intentie geweest van de partners in het bestuurlijk akkoord.

Psychologen en psychotherapeuten kunnen dus een instelling vormen als er sprake is van onder meer zorgcoördinatie. Het is absoluut niet noodzakelijk dat hier een psychiater bij betrokken wordt. De WTZi doet verder geen enkele uitspraak over de zorg die dan geleverd kan/mag worden.

CZ
De NVVP heeft de afgelopen tijd tal van vragen ontvangen over het CZ-contract voor 2014, met name over de productmix in de generalistische basis-GGZ (gb-GGZ), waarbij CZ percentages noemt waar slechts met een kleine marge van mag worden afgeweken.

CZ laat desgevraagd weten dat -om upcoding te voorkomen- een verwachting in de gb-GGZ-contracten is opgenomen ten aanzien van de verdeling van patiënten over de producten kort, middel en intensief, voor enerzijds gz-psychologen en anderzijds voor psychotherapeuten. CZ meldt dat deze verwachtingen zijn gebaseerd op historische kosten en op het bekwaamheidsprofiel van de behandelaar. CZ verwacht dat zorgverleners daar rekening mee houden en er niet veel van zullen afwijken. CZ zal intensief gaan monitoren of deze verwachtingen terecht zijn. “Wij leggen dus geen substitutie op, maar zouden wel bijzonder verbaasd zijn als er een substantiële afwijking van deze procentuele verdeling zichtbaar is”, aldus CZ. Overigens heeft CZ de deadline voor contractering voor de gespecialiseerde GGZ verlengd naar medio november om ook de laatste zaken in de contractering te kunnen afhandelen. “Voor de gb-GGZ geldt geen deadline, maar uiteraard dienen wij op 15 november onze verzekerden te laten weten wie door ons gecontracteerd zijn”, zo laat de verzekeraar ons weten.

Meldpunt voor problemen contractering GGZ
Zoals we de leden van de NVVP onlangs reeds per e-mail berichtten, is onlangs een meldpunt in het leven geroepen waar cliënten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars mogelijke problemen met de contractering in de GGZ als gevolg van de wijzigingen per 2014 kunnen inbrengen. Het gaat om knelpunten in de drie echelons: POH-GGZ, generalistische basis-GGZ en gespecialiseerde GGZ, waarbij kwaliteit, toegankelijkheid of betaalbaarheid in het geding zijn en om die reden landelijke aandacht verdienen. Het gaat dus niet om individuele casuïstiek. 
NVVP-leden kunnen knelpunten aangeven op een formulier en dit mailen aan [email protected]. We hebben reeds een aantal meldingen ontvangen, waarvan sommige zeer zinvol zijn! We danken deze leden hiervoor, maar kunnen hen echter niet zelf terugrapporteren. De meldingen zullen worden meegenomen naar het platform, dat wordt voorgezeten door VWS. De NVVP vertegenwoordigt in het platform de vrijgevestigde aanbieders van in de GGZ.

Generiek macrobeheersinstrument gehele GGZ
Terugvordering mogelijk bij macro-overschrijding financiële kaders

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft in het kader van de Wet martkordening gezondheidszorg (Wmg) onlangs de regeling omtrent het macrobeheersmodel (NR/CU-238) vastgesteld. Conform het Bestuurlijk Akkoord is het macrobeheersinstrument (MBI) voor 2013 alleen van toepassing op de tweedelijns GGZ; voor 2014 is er één MBI waar zowel de generalistische basis-GGZ als de gespecialiseerde GGZ onder vallen.
Omdat de overheid er nog niet in is geslaagd om een gedifferentieerd MBI te ontwikkelen, wordt het MBI in 2013 en 2014 generiek toegepast. Dat wil zeggen dat bij een overschrijding alle zorgaanbieders met een voor iedereen gelijk (generiek) percentage kunnen worden gekort. Het is daarbij niet relevant of de aanbieder een contract heeft of niet. Op die manier kunnen overschrijdingen in de zorg worden teruggevorderd. Het liefst zouden alle partijen zien dat er alleen teruggevorderd wordt bij diegenen die meer zorg hebben geleverd dan was afgesproken/gecontracteerd (de vervuiler betaalt). Dit is echter technisch nog te ingewikkeld. Overigens zal er alleen gekort worden bij een macro-overschrijding van de financiële kaders en pas in het jaar t+2 omdat niet eerder vastgesteld kan worden of er sprake was van een overschrijding.

De zorgautoriteit over de inkoopmacht van zorgverzekeraars
Antwoorden op veelgestelde vragen van zorgaanbieders

Bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) komen veel vragen binnen over de inkoopmacht van zorgverzekeraars. Aanbieders hebben het gevoel onder druk gezet te worden door verzekeraars om het aanbod te moeten accepteren dat de verzekeraar hen voorlegt. De vragen waar de zorgautoriteit antwoorden op geeft zijn:

Waarom grijpt de NZa niet in nu zorgverzekeraars scherp onderhandelen met aanbieders? Moeten zorgaanbieders niet meer macht hebben, zij weten toch precies welke zorg zij leveren? Mogen verzekeraars aan een groep aanbieders hetzelfde standaardcontract voorleggen? Waarom treedt de NZa niet op tegen verzekeraars die marktmacht hebben?

Waarom stelt de NZa geen regels op voor contracteren?

U kunt de antwoorden hier lezen

NZa brengt feiten en cijfers zorgmarkten 2013 in beeld
En wat staat de sector te doen in 2014?

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) publiceerde onlangs de digitale editie aan van de Stand van de Zorgmarkten 2013, waarin de onafhankelijk toezichthouder in de zorg jaarlijks de feiten en cijfers van de zorgmarkten op een rij zet en haar visie op de toekomst van de zorg geeft. De NZa hield in 2013 verscherpt toezicht op de GGZ, vanwege de invoering van de veldbrede prestatiebekostiging en door signalen over onjuiste declaraties. Die signalen gingen bijvoorbeeld over het declareren van zorg als basispakketzorg, terwijl deze niet in het basispakket zit. Zo onderzocht de NZa op verzoek van de minister de werkwijze van een aanbieder in de GGZ, die behandelingen declareerde die niet onder verantwoordelijkheid van een psychotherapeut, psychiater of klinisch psycholoog waren verricht. In 277 van de 281 behandelingen voldeed de organisatie hier niet aan, waarop de verzekeraar de zorg weigerde te vergoeden. De verzekeraar heeft hier correct gehandeld oordeelt de NZa. Om in de toekomst onduidelijkheden te voorkomen, adviseerde de NZa om de controlemogelijkheden door verzekeraars te verruimen, scherp af te bakenen wat verzekerde zorg is en in de polis duidelijk te omschrijven welke zorgaanbieder mag declareren en welke niet. De NZa doet in 2013 nader onderzoek om inzicht te krijgen of er sprake is van meer of andere ongewenste constructies in de GGZ.

In de editie van 2013 draait het om focus: Wat vinden experts uit de zorg van de ontwikkelingen? Wat staat de NZa, de zorgaanbieders en de verzekeraars te doen in 2014? En waar moet de consument op letten?

Zorgautoriteit onderzoekt omvang zorgfraude
Afwijkingen in declaraties en zorgregelgeving nader onderzocht

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is gestart met een onderzoek naar fraude onder de Zorgverzekeringswet en de AWBZ. Daarbij onderzoekt ze in opdracht van de minister van VWS de omvang van fraude en licht zij het financieringssysteem door op fraudegevoelige aspecten. Een eerste tussenrapportage verwacht de NZa in december, het eindrapport volgt juli 2014. In haar onderzoek voert de NZa datamininganalyses uit op declaraties. In zo’n analyse komen opvallende afwijkingen naar boven, die mogelijk op niet-correct declareren wijzen. De NZa bespreekt deze afwijkingen met experts die bekijken of hier een logische verklaring voor is, of dat er een sterk vermoeden is van fraude. Door dit in alle grote zorgmarkten te doen, kan de NZa een bandbreedte schatten van het fraudebedrag. Daarnaast licht de NZa de zorgregelgeving door op fraudegevoelige plekken en doet ze aanbevelingen voor het wijzigen van regels.

De tussenrapportage in december omvat de voorlopige datamininganalyses van vier sectoren en een overzicht van regelgeving en fraudegevoelige aspecten per zorgmarkt. In de rapportage neemt de NZa ook een overzicht op van wat verzekeraars aan risicoanalyse en fraudebestrijding doen.

NZa screent websites zorgverzekeraars
Verzekerden moeten goede informatie over polis en vergoedingen krijgen

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) screent in de komende overstapperiode of de informatie over de polissen van zorgverzekeraars duidelijk is. Zorgverzekeraars moeten, bijvoorbeeld op hun website,  duidelijke informatie geven met welke zorgaanbieders zij een contract hebben en hoe hoog de vergoeding is voor niet-gecontracteerde zorg. Ook moeten zij aangeven waar informatie te vinden is als er nog nieuwe contracten worden afgesloten in 2014. De verschillen tussen de aangeboden zorgpakketten worden groter. Zorgverzekeraars lopen meer financieel risico en zullen daarom scherper kiezen bij welke zorgaanbieders zij wel en bij welke zij geen zorg inkopen. Om te zorgen dat verzekerden een weloverwogen keuze kunnen maken voor een zorgpakket dat bij hen past, hebben zij onder andere duidelijke informatie nodig over wat er precies wel en niet in het zorgpakket zit en wat zij eventueel moeten bijbetalen als zij naar een zorgaanbieder willen waar geen contract mee afgesloten is. De zorgautoriteit screent daarom de informatievoorziening door zorgverzekeraars in de komende overstapperiode, tussen 1 november 2013 en 31 januari 2014. Zorgverzekeraars die onvoldoende informatie geven over het gecontracteerde zorgaanbod en de hoogte van de vergoedingen voor niet-gecontracteerde zorg, moeten dit direct aanpassen. Doen ze dit niet, dan zal de NZa handhaven. Het kan voorkomen dat niet alle contracten rond zijn op het moment dat de nieuwe polissen voor 2014 bekend worden gemaakt. Dan kan er dus nog wat wijzigen in het gecontracteerde zorgaanbod gedurende het polisjaar. Dat kan, als de zorgverzekeraar hierover maar duidelijke informatie geeft en voldoende zorg inkoopt voor zijn verzekerden. Als er wijzigingen zijn in de contracten, moet de verzekeraar de verzekerden goed informeren over wat er verandert in het zorgaanbod en de vergoedingen, en wat dit betekent voor lopende behandelingen.

Het afsluiten van contracten tussen de zorgverzekeraars en de zorgaanbieders vindt al eerder plaats dan voorgaande jaren.  Om te zorgen dat alle contracten op tijd afgesloten zijn voor het nieuwe polisjaar, moeten beleidskaders ook eerder in het jaar duidelijk zijn. De NZa wil daarom volgend jaar alle beleidsregels voor de curatieve zorg in 2015 per 1 juli 2014 klaar hebben, zodat verzekeraars en zorgaanbieders voor half november hun contracten kunnen sluiten.